Afgezien van de droge training op vrijdag werd de Asser TT geteisterd door regen, waarvan veel rijders tijdens de races last hadden. Er waren niet alleen veel valpartijen, maar ook veel uitvallers door natte ontstekingen en beslagen helmvizieren. In Assen werd ook de tweede race van de Formule I afgewerkt. Daarmee kwamen er niet minder dan zes klassen aan de start.
500cc-klasse
De training
Freddie Spencer was voldoende hersteld van zijn blessure om te racen. Hij was de enige die in de korte droge training onder de 2 minuut 14 kwam. Eddie Lawson, met nieuwe cilinderkoppen op zijn Yamaha OW 81, beweerde dat hij dezelfde tijd had kunnen rijden, maar tevreden was met zijn plaats op de eerste startrij, waar ook Christian Sarron en Randy Mamola stonden. Hoewel het ernaar uitzag dat het op zaterdag zou regenen, verklaarde juist erkend regenrijder Sarron liever op een droge baan te rijden.
Op de racedag in Assen regende het, waardoor de bandenkeuze eenvoudig was: iedereen begon op regenbanden. Ron Haslam had tegen zijn gewoonte in geen goede start, maar Randy Mamola wel. Hij zou de koppositie niet meer afgeven en de race winnen. Dat hij dat zonder problemen kon doen kwam omdat Christian Sarron na vier kilometer in de fout ging. Bij het aanremmen van de Stekkenwal probeerde hij Boet van Dulmen uit te remmen, maar pas toen hij naast van Dulmen zat kreeg hij goed zicht en realiseerde hij zich dat hij te veel snelheid had om nog te kunnen remmen. Hij ging onderuit en nam in zijn val Freddie Spencer, die de bocht al had ingezet, mee. Daarmee waren de nummers drie en een van het kampioenschap uitgeschakeld. Ook Sito Pons en Wolfgang von Muralt vielen gezamenlijk. Eddie Lawson, die Spencer had zien vallen, realiseerde zich dat hij optimaal kon profiteren en de leiding in het kampioenschap kon overnemen. Hij passeerde eerst Van Dulmen en daarna Haslam, maar maakte toen een fout: hij raakte de gladde witte lijn naast de baan en viel ook. Zo won Mamola met een ruime voorsprong op Haslam, terwijl Van Dulmen de derde plaats moest laten aan Wayne Gardner. Mamola had geluk dat hij de laatste ronde kon afleggen. Door brandstofgebrek liep zijn machine al op twee cilinders. Mamola had een kleinere tank om ruimte te maken voor een videocamera van Sky Channel.
Hoewel Freddie Spencer bij het lopen nog duidelijk last had van de zware spierblessure die hij tijdens de GP van Joegoslavië had opgelopen, had hij kennelijk zoveel zelfvertrouwen dat hij in drie dagen tijd slechts 16 trainingsronden reed. Carlos Lavado reed er 51, maar hij had dan ook drie machines ter beschikking die allemaal uitgebrobeerd moesten worden. Lavado reed uiteindelijk de snelste trainingstijd, voor Spencer en Martin Wimmer, die zijn snelste motor had stukgedraaid. Twee rijders maakten hun rentree na blessures: Manfred Herweh en Stéphane Mertens. Herweh kwam slechts tot de 36e startplaats, maar Mertens mocht als vierde starten, ondanks het feit dat hij tijdens de trainingen regelmatig moest pauzeren om zijn been te strekken. Toni Mang had een slechte startpositie omdat zijn motor tijdens de trainingen regelmatig vastliep, waardoor hij gedwongen was oude cilinders te monteren.
Hoewel Martin Wimmer na de eerste ronde op kop doorkwam, gevolgd door Carlos Lavado, Freddie Spencer, Loris Reggiani en Jacques Cornu, was de beste start toch voor Toni Mang. Hij had zich vanaf de 29e startplaats al op de zesde positie genesteld. In de derde ronde kwam Mang zelfs even aan de leiding van de race. In de vierde ronde maakte Mang een klein foutje, waarvan Lavado leek te profiteren, maar hij remde zichzelf onderuit. Spencer besloot er alleen vandoor te gaan en de race leek zich te stabiliseren, totdat Wimmer besloot een aanval op Mang in te zetten. Dat lukte en hij werd tweede, voor Mang, Reggiani en Cornu, die zich steeds beter herstelde van zijn eerder opgelopen hoofdblessure.
Vlak voor de start van de 125cc-race in Assen moesten de coureurs nog regenbanden monteren. Hoewel Lucio Pietroniro als snelste vertrok, werd hij vrijwel onmiddellijk voorbijgestoken door Pier Paolo Bianchi, die al snel gezelschap kreeg van Fausto Gresini. Diens stalgenoot Ezio Gianola zat toen nog in een achtervolgende groep met Pietroniro, Olivier Liégeois, Bruno Kneubühler, Jean-Claude Selini en Jussi Hautaniemi. Dankzij wat vertragend werk van Gresini wist Gianola echter de kopgroep te bereiken en zo ontstond een mooi gevecht om de leiding. De posities wisselden regelmatig, waarbij Bianchi soms aan de leiding kwam door een hogere topsnelheid, terwijl de Garelli-rijders het moesten hebben van hun uitremacties. Toen het harder begon te regenen wist Bianchi echter een voorsprong op te bouwen. Hoewel het voor Garelli belangrijk was dat Gresini tweede zou worden, ging Gianola beter met de nattigheid om en hij kwam na Bianchi over de finish, terwijl Gresini nog bedreigd werd door Selini, die vierde werd.
Hoewel Stefan Dörflinger zijn eigen snelste tijd uit 1984 met zeven seconden verbeterde, was vooral de prestatie van Ángel Nieto opmerkelijk. Nieto nam - om te zien hoever zijn herstel na een val in 1984 was gevorderd - deel als lid van het Derbi-team, en hij zette de vierde trainingstijd. Het Derbi-team had door de natte omstandigheden grote moeite de juiste afstelling voor de droge vrijdagtraining te vinden en verdween zelfs een tijdje om buiten het circuit op een polderweggetje te trainen.
Ook de 80cc-race in Assen begon op een natte baan. Henk van Kessel had de snelste start, maar werd al snel gepasseerd door Gerd Kafka, Domingo Gil Blanco en Stefan Dörflinger. Dörflinger zette de aanval in op Kafka, die hij drie ronden voor het einde passeerde. De overwinning leek binnen, maar Dörflinger werd het gras in gedwongen toen hij Johan Auer op een ronde wilde rijden. Auer verwachtte hem aan de binnenkant en week uit naar buiten, juist waar Dörflinger reed. Toch wist Dörflinger opnieuw aan de leiding te komen, maar in de laatste bocht van de laatste ronde, de Geert-Timmerbocht, verremde hij zich, waardoor Kafka alsnog naar de overwinning reed. Dörlinger had echter een enorme voorsprong op Jorge Martínez, waardoor hij zijn Krauser opnieuw kon aanduwen om tweede te worden met bijna een halve minuut voorsprong.
Bij aanvang van de zijspanrace was het circuit nog hier en daar nat, maar de meeste toppers stonden toch op slicks. Rolf Biland had zijn kansen goed berekend. Hij stond links op de zesde startrij, maar wist dat zijn membraangestuurdeKrausermotor sneller zou aanslaan dan de zuigergestuurde Yamaha's. Dat klopte; terwijl de motoren van de voorsten net aansloegen kwam Biland met het zijspanwiel door het gras voorbijstuiven. Toch nam Steve Webster vrijwel meteen de leiding van hem over. Werner Schwärzel had een slechte start en zat in het middenveld, terwijl Egbert Streuer ook de strijd met Biland aanbond. Deze twee wisselden regelmatig van positie, maar Webster reed tamelijk comfortabel op kop. Alain Michel reed op de vierde plaats, maar viel in de vierde ronde uit. In de zesde ronde nam Streuer definitief de tweede plaats van Biland over en ging hij op jacht naar Webster. Die reed zijn snelste ronde, maar in de achtste ronde vloog hij op spectaculaire wijze van de baan. De combinatie kwam bij het uitkomen van de Ramshoek even in het gras, Webster corrigeerde te veel en machine kwam in een sloot terecht. Webster brak hierbij een pols. Streuer kwam zodoende aan de leiding en liep uit tot 16 seconden op Biland. Tegen het einde van de race begon zijn voorsprong echter terug te lopen. De monteurs dachten dat Streuer het gewoon wat rustiger aan deed, maar in werkelijk was hij steeds meer remvermogen aan het verliezen om uiteindelijk alleen nog op de motor af te kunnen remmen. Eerst kwam Biland voorbij en daarna ook Schwärzel, waardoor Streuer opnieuw zijn thuisrace niet won en slechts derde werd. Oorzaak was de montage van verkeerde remblokken, die geheel waren weggesleten, inclusief de remzuigers waardoor de remvloeistof was weggestroomd.
Honda Britain trad aan met Joey Dunlop en Roger Marshall, maar Dunlop was de enige die de speciale HRC-Honda RVF 750 tot zijn beschikking had. Marshall reed met een "gewone" Honda VF 750 uit 1984. Hij had ontstekingsproblemen tijdens de training en kwalificeerde zich slechts als zevende. De Nederlandse rijders, die niet aan de eerste race tijdens de TT van Man hadden deelgenomen, deden het goed met Dirk Brand op de tweede startplaats en Henk de Vries op de derde.
Omdat de minimale afstand voor de Formula One TT 150 km was, moesten er 25 ronden worden gereden. De bandenkeuze was lastig. Het was bij de start weliswaar droog, maar het had bijna de hele dag geregend en een aantal rijders verwachtte opnieuw regen tijdens de race. Zij kozen voor regenbanden, terwijl anderen voor intermediates kozen. Meteen na de start gingen Joey Dunlop en Roger Marshall er samen vandoor en in de eerste helft van de race wisselden ze regelmatig van positie. Halverwege de wedstrijd ging de Honda van Marshall op drie cilinders lopen. Men probeerde het op te lossen door wat anti-vochtspray te gebruiken, maar dat hielp niet en Marshall stopte in de pit. Dunlop had toen al veertig seconden voorsprong op Mick Grant, maar Dunlop moest een tankstop maken en Grant niet. Bovendien kreeg Dunlop bandenproblemen en dat alles zorgde ervoor dat Grant acht ronden voor het einde nog slechts acht seconden achterstand had. Uiteindelijk sloot Grant aan bij Dunlop, maar hij verloor iets bij het passeren van een achterblijver en Dunlop won met slechts 0,3 seconde voorsprong. Mark Salle deed goede zaken met zijn derde plaats, want omdat hij Tijdens de TT van Man zesde was geworden klom hij naar de tweede plaats in het totaalklassement.
Startnummer 57 van de 500cc-klasse stond niet in het programmaboekje, omdat de rijder daarvoor te laat was aangemeld. ELF-Honda-Benelux wilde een derde rijder als ondersteuning voor Didier de Radiguès en Christian Le Liard en dat werd de endurancerijderPierre-Etienne Samin. Samin, die voor Godier & Genoud met een Kawasaki GPz 900-viertaktmotor reed, had nog nooit op een 500cc-tweetakt gezeten toen hij woensdag aan de trainingen begon. Op donderdag viel hij, waardoor hij een nacht in het ziekenhuis moest blijven en ook vrijdag niet kon trainen. Hij startte vanaf de 21e positie. Erg veel steun hadden zijn collega's niet van hem, want de Radiguès kon hem op de natte baan niet bijhouden en Le Liard haalde de eindstreep niet. Zo debuteerde Samin meteen met 6 punten.
Manfred Herweh reed zijn eerste race sinds hij tijdens de trainingen van de Spaanse Grand Prix een pols had gebroken. Hij had echter nog veel last en werd slechts 23e. Hij zou zich na afloop van het seizoen pas laten opereren.
Steve Webster/Tony Hewitt
De goede prestaties van Steve Webster en Tony Hewitt waren voor insiders geen verrassing. Ze hadden al in de twee vorige GP's (ook allebei nat) op het podium gestaan, maar ook al op vier Britse circuits de ronderecords gebroken, en dat terwijl hun LCR weliswaar een vrij nieuw Yamaha TZ 500-blok had, maar toch al drie jaar oud was.
Onboard camera
Sky Channel monteerde voor het eerst een videocamera op de motorfiets van Randy Mamola. In deze tijd was Bernie Ecclestone nog bezig met het ontwikkelen van plannen om dergelijke camera's of Formule 1-auto's te monteren. Het kostte Mamola wel 3½ liter brandstof omdat er een kleinere tank gemonteerd moest worden. Dat was de verklaring voor zijn moeizame laatste ronde, want volgens Mamola was de benzine op. Veel strijd was er trouwens niet te zien, want Mamola reed de hele race aan de leiding.
↑Steve Parrish was naar Assen gekomen voor de Formule I-race. Daarin startte hij niet - zoals de meeste concurrenten - met een zware 750cc-viertakt, maar met een aangepaste Yamaha RD 500-tweetakt. Voor de aardigheid probeerde hij zich met deze machine, die afgezien van het Harris-frame voor iedereen te koop was, te kwalificeren voor de 500cc-race. Dat lukte uitstekend: met zijn 24e plaats stond hij elf plaatsen voor Marco Lucchinelli met zijn fabrieks-Cagiva. Parrish zag echter af van de start, omdat hij zijn machine wilde sparen voor de Formule I-klasse.
↑Het rommelde al het hele seizoen bij het team van Pernod, dat wegens de slechte prestaties al enkele GP's had overgeslagen. Jean-François Baldé was wel in Assen aanwezig, want hij had op privébasis met een Pernod willen starten. Dat ging niet door en Baldé mocht geen enkele mededeling over het team doen. Hij gaf wel aan dat hij bij importeur Sonauto een oude Yamaha TZ 250 had aangeschaft. Die wilde hij van een Chevallier-frame voorzien om er in de Belgische GP al te kunnen starten.
↑Op grond van zijn tegenvallende prestaties in dit seizoen maar ook al in het seizoen 1984 was Iván Palazzese na de GP van Oostenrijk (waar hij zich niet wist te kwalificeren) ontslagen door de Venezolaanse Yamaha-importeur Venemotos.
↑Erich Klein brak bij een val in de training van de GP van Joegoslavië een heup. Er werd gevreesd dat hij zijn carrière zou moeten beëindigen.