Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Els (geslacht)

Els
Els (geslacht)
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Fagales
Familie:Betulaceae (Berkenfamilie)
Geslacht
Alnus
Mill. (1754)
Els (geslacht)
Elzenhaantjes
Geknotte els
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Els op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Els (Alnus) is een geslacht uit de berkenfamilie (Betulaceae). Het geslacht omvat circa dertig soorten, die op het noordelijk halfrond voorkomen. Het zijn vochtminnende loofbomen, die bloeien voordat de bladeren verschijnen. In de Benelux komen er twee soorten van nature voor: de zwarte en de grauwe els. De bladeren lijken op die van de hazelaar. Ze vallen groen van de boom en vertonen dus geen herfstkleur.

De soorten zijn eenhuizig en hebben dus zowel mannelijke als vrouwelijke bloeiwijzen. Deze worden katjes genoemd. De mannelijke katjes zijn langwerpig en hangen. De vrouwelijke katjes zijn eivormig tot langwerpig-eivormig en staan min of meer rechtop. Na de bevruchting groeien de vrouwelijke katjes uit tot groene, ribbelige kegeltjes. Deze rijpen in de herfst tot de zogenoemde elzenproppen (kegels zonder zaad), die nog wel een jaar aan de boom kunnen blijven zitten.

Naamgeving

De naam 'els' is verwant aan het Latijnse woord alnus, dat ook "els" betekent, teruggaand op een stam *el-, die "rood" zou betekenen, vanwege de roodachtige kleur van elzenhout. Het woord els komt voor in plaatsnamen zoals Elzen, Elsene, Elshout, Elsloo en Elst.

Ecologie

Elzen kunnen uitstekend tegen vochtige omgevingen. Ze staan dan ook veelal langs de waterkant of op moerassige grond.

Elzen leven in mutualistische symbiose met bacteriën uit het geslacht Frankia, die zorgen voor de binding van stikstof uit de lucht. Deze levensgemeenschap bevindt zich in knolletjes aan de wortels. De knolletjes kunnen vuistgroot worden. De els functioneert daardoor als groenbemester. Na het omzagen van een els ontstaat er na vijf minuten een kleurverandering die kan variëren van rood tot bruin. Deze kleur wordt voornamelijk gevormd door koolstofmonoxide.

Doorgesneden wortelknol

Elzenhaantje

Het belangrijkste bladetende insect op elzen is het elzenhaantje (Agelastica alni).

Toepassingen

De els wordt ook wel, samen met de Italiaanse populier, in windsingels langs boomgaarden geplant. Doordat de fruitbomen in de luwte staan, treedt er minder wind- en stormschade aan de vruchten op, hetgeen de oogst ten goede komt. Een houtsingel groeit tot een bepaalde hoogte, waarna de bomen getopt worden. Op Terschelling werden elzen wel in elzenhagen rond akkertjes geplant om ze te beschermen tegen het stuivende duinzand. In coulisselandschappen, zoals rondom Staphorst-Rouveen en in het Westerkwartier rondom Marum, is er in feite sprake van een elzensingellandschap. Vele kilometers elzenrijen bakenen er de achter de boerderijen beginnende lange en smalle landbouwpercelen af. Deze singels worden van oudsher om de zeven jaar als hakhout afgezet. Net als de wilg kunnen elzen goed geknot worden.

Gebruik van het hout

Zie Elzen (hout) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Middeleeuws beeld uit elzenhout

Elzenhout is zacht hout met een rustige nerf en een rossige (zwarte els) of lichtbruin/gele (grauwe els) kleur. Het is ideaal voor houtsnijwerk, zowel voor kunstwerken als ook voor gebruiksvoorwerpen als houten lepels en schalen. Het wordt ook veelvuldig gebruikt voor de bouw van (vooral elektrische) gitaren.

Aan de buitenlucht is het hout niet bijzonder duurzaam, maar onder water is het vrijwel onbeperkt houdbaar. Elzen funderingspalen werden daarom vroeger onder andere onder Amsterdam gebruikt. In de traditionele meubelindustrie werd elzenhout om dezelfde reden vaak ingezet bij de vervaardiging van kastpootjes.

Elzenknopjes in de volksgeneeskunde

Volgens oud volksgeloof zijn elzenknopjes een effectief middel tegen reuma. Hiervoor moeten de knoppen na het plukken worden gedroogd, waarna er thee van kan worden gezet.[1]

Soorten en cultivars

  • Hartbladige els of Italiaanse els (Alnus cordata)
  • Japanse els (Alnus japonica)
  • Witte els of grauwe els (Alnus incana)
    • Alnus incana 'Aurea'
    • Alnus incaca 'Laciniata'
  • Zwarte els (Alnus glutinosa)
    • Alnus glutinosa 'Aurea'
    • Alnus glutinosa 'Imperialis'
    • Alnus glutinosa 'Incisa'
    • Alnus glutinosa 'Laciniata'
  • Japanse Kaukasische els (Alnus × spaethii)
    • Alnus × spaethii 'Spaeth'

Wetenswaardigheid

Johann Wolfgang von Goethe schreef het gedicht Der Erlkönig, getoonzet door Franz Schubert. De titel - Elzenkoning - is ontstaan door een foutieve vertaling vanuit de Deense tekst van Johann Gottfried Herder: de oorspronkelijke tekst ging over een elfenkoning.[2]

Bronnen

  1. Nijkamp J., Rook R., Slijper H. en Zweers K. (1976). De 12 maanden van het jaar. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.
  2. Jacob und Wilhelm Grimm: Deutsches Wörterbuch 16 Bde. in 32 Teilbänden. Leipzig: S. Hirzel 1854-1960. Band 3. Spalte 906. Gearchiveerd op 3 december 2013. Geraadpleegd op 10 februari 2013.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9