Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Reuma

Reuma, in de betekenis waarin huisartsen en specialisten (reumatologen) het woord gebruiken, omvat aandoeningen waarbij het lichaam een immuunreactie (afweerreactie) geeft tegen normaal, eigen lichaamsweefsel. Dit resulteert vaak in ontstekingen, hoewel reuma niet altijd gepaard gaat met een ontsteking. Verreweg de meest voorkomende vorm van reuma is reumatoïde artritis (RA). Dat is een progressieve auto-immuunziekte waarbij de immuunreactie zich richt tegen de gewrichten of de omliggende peesscheden en slijmbeurzen, die dus ontstoken raken. Ongeveer 420.000 mensen in Nederland hebben reumatoïde artritis.[1]

Een veel minder vaak voorkomende vorm van reuma, waarbij dus ook sprake is van een auto-immuunproces of -stoornis leidend tot ontstekingen, is systemische lupus erythematodes (SLE).

ReumaNederland

Polygoonjournaal uit 1955. In de Ridderzaal in Den Haag wordt de officiële openingszitting gehouden van het derde Europese reumacongres.

De organisatie ReumaNederland houdt zich niet aan bovengenoemde, door de artsen in Nederland algemeen gehanteerde betekenis van reuma, maar hanteert een andere betekenis, namelijk: álle aandoeningen die men kan hebben aan het bewegingsapparaat (gewrichten en de omliggende pezen, gewrichtsbanden en spieren) uitgezonderd klachten ten gevolge van een ongeval.[2]

Onder die definitie vallen dus de patiënten met reumatoïde artritis (420.000 in Nederland), maar ook de patiënten met artrose (gewrichtsslijtage; 1,1 miljoen mensen) en die met fibromyalgie (diffuse pijn in spieren, banden, pezen en kapsel om gewrichten, doorgaans zonder ontsteking; 240.000 mensen in Nederland).[1]

De organisatie ReumaNederland zegt zich tot doel te stellen: "Te zorgen dat mensen niet meer getroffen kunnen worden door de persoonlijke rampspoed die reuma heet".[3] Enkele van de ruim honderd aandoeningen die ReumaNederland aldus schaart onder zijn definitie van reuma, zijn dus:

en verder:

Etymologie

Het Oudgriekse woord ῥεῦμα [rheûma] betekent: (1) stroom, rivier(bedding); (2) menigte, verwarring, heftigheid, chaos, enz.; (3) ziekteverwekkende vloeistof. In die laatste betekenis gebruikten de oude Grieken het woord rheûma al voor wat wij nu nog steeds reuma noemen (zie boven).[4]

Zie ook

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9