Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Daslook

Daslook
Daslook
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Orde:Asparagales
Familie:Amaryllidaceae (Narcisfamilie)
Geslacht:Allium (Look)
Soort
Allium ursinum
L. (1753)
Plant in de ondergroei van een bos in het Mecsekgebergte
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Daslook op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Daslook (Allium ursinum) is een plant uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae). Het is in België en Nederland een vrij algemene soort die sinds 1950 gelijk is gebleven of is toegenomen in aantal.

De ovale bladeren zijn 3–5 cm breed, donkergroen en parallelnervig.

De bloemen hebben zes witte bloemdekbladen en zijn in losse bolvormige schermen gegroepeerd. De plant bloeit van april tot juni, soms tot juli. Na juli verdwijnt het bovengrondse deel van de plant volledig en blijft enkel de ondergrondse bloembol over. De plant wordt 30–40 cm hoog. De plant groeit vaak in groepen. De bloem bevat zes meeldraden en een driedelige stamper. Deze zijn omgeven door zes breed ovale bloemdekbladen. De zaden zijn zwartbruin.

Etymologie

Daslook wordt ook borslook, uienbloem, woutknooplook of wilde knoflook genoemd.[1] De laatste naam is echter verwarrend omdat de naam wilde knoflook ook voor Kaapse knoflook (Tulbaghia violacea) gebruikt wordt.

De soortaanduiding ursinum (= van de beren, ursus = beer) is ontstaan door het oude bijgeloof dat beren na hun winterslaap zich eerst aan deze plant tegoed deden.[2] Dit is er ook de reden van dat de plant af en toe berenlook (in het Duits Bärlauch en in het Frans ail des ours) wordt genoemd.

Voorkomen

De plant komt voor in heel Europa (met uitzondering van het Middellandse Zeegebied), Klein-Azië, de Kaukasus, en in Siberië tot Kamtsjatka. Hij groeit bij voorkeur in schaduwrijke loofbossen met een humusrijke, vochtige, kalkhoudende ondergrond.

In Nederland komt daslook veel voor in de duinen en in Zuid-Limburg. Als stinsenplant is het vrij algemeen in het rivierengebied, Utrecht en Noord-Nederland. De plant is in Nederland sinds 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. In België is daslook in veel gebieden plaatselijk vrij algemeen.

Plantengemeenschap

Daslook is een kensoort voor de klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond.

Toepassingen

De plant werd reeds in 1608 door de Brabantse botanicus Dodonaeus beschreven in zijn Cruydeboeck.

De sterksmakende bladen kunnen rauw fijngehakt gebruikt worden in salades en in soepen.[3] Vooral de bladeren ruiken bij het fijnwrijven naar knoflook, uien, bieslook of prei. In Duitsland geniet daslook sinds enkele jaren een grote populariteit en wordt verwerkt bijvoorbeeld tot pesto en marinades en in onder meer brood ('Bärlauchbrot') en kaas. In dorpen in en om het Mecsekgebergte in Hongarije, zoals in Orfű, worden eind maart of begin april daslook-festivals (medvehagyma-fesztivál) georganiseerd, waarbij daslook in vele varianten verwerkt in gerechten wordt aangeboden.

De bladeren van daslook lijken op de bladen van enkele andere, maar dan giftige planten, zoals die van het lelietje-van-dalen, de jonge bladen van de gevlekte aronskelk en eventueel de bladen van de herfsttijloos. Jaarlijks vallen er slachtoffers door verwisseling.[4][5] Dergelijke verwisseling zal meestal het gevolg zijn van onbekendheid met de geur van daslook, aangezien de afwezigheid hiervan voldoende zou moeten zijn om de verwisseling snel op te merken.

Ondanks de sterke uiengeur bij beschadiging van de bladeren worden de bloemen wel op vaas gehouden.

De honing van daslook wordt gewonnen als deze plant in zeer grote hoeveelheden bloeit. In Hongarije in het gebied van het Mecsekgebergte wordt de honing als bijzonderheid verkocht.

In tuinen wordt de plant soms gebruikt als afweermiddel tegen katten, omdat deze dieren niet veel op zouden hebben met de sterke geur.

Daslook: bladeren, bloemen en kaas

Bronnen

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9