Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Pastinaak

Pastinaak
Pastinaak
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Apiales
Familie:Apiaceae (Schermbloemenfamilie)
Geslacht:Pastinaca (Pastinaak)
Soort:Pastinaca sativa
Ondersoort
Pastinaca sativa subsp. sativa
Pastinaak
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Pastinaak op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Pastinaak (Pastinaca sativa subsp. sativa), pinksternakel of witte wortel is een plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Het is een circa 20 cm lang wortelgewas met een zoete anijsachtige smaak en een crème-witte kleur. Door de lengte van de penwortel is de groente niet geschikt voor teelt op kleigronden. Pastinaak wordt doorgaans in de tweede helft van april gezaaid. Bij vroeger zaaien gaat de plant al in het eerste jaar bloeien. Hoewel de pastinaak al in de zomer kan worden geoogst wordt hij meestal gezien als wintergroente. Vaak wacht men met rooien tot er een koude periode is geweest, dit zou de smaak ten goede komen. Oogsten is de hele winter door mogelijk omdat de wortel in de grond niet doodvriest.

Herkomst

De pastinaak komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. De plant was al bekend bij de Oude Grieken en de Romeinen. De plant was oorspronkelijk zo groot als een gewone wortel (peen). Bij hun trek naar het noorden namen de Romeinse soldaten de pastinaak mee. Daar bleek dat de pastinaak in koudere gebieden veel groter werd. De pastinaak kwam in de Middeleeuwen naar West-Europa en was vóór de introductie van de aardappel een belangrijk volksvoedsel. In Groot-Brittannië en Ierland is de "witte wortel" populair gebleven. In de Verenigde Staten aten de immigranten aanvankelijk ook pastinaak, meegebracht door de Engelsen. Net als elders is ook daar de pastinaak vervangen door de aardappel.

Syntaxonomie

Pastinaak staat te boek als zwakke kensoort voor de glanshaver-associatie (Arrhenatheretum elatioris).

Verder geldt zij als indicatorsoort voor het mesofiel hooiland (hu) subtype Glanshavergrasland, een karteringseenheid in de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Gebruik

Net als de winterwortel kan pastinaak zowel rauw als gekookt of gestoofd worden gegeten. De pastinaak kan ook gebakken worden of tot stamppot verwerkt. Gefrituurde pastinaak lijkt op aardappelchips. De pastinaak wordt onder andere gebruikt als ingrediënt van hutspot en maakte deel uit van de hutspot zoals die bij het Leidens ontzet van 1574 werd gegeten. De pastinaak wordt ook vaak als smaakverfijner gebruikt in soep.

Inhoudsstoffen

100 gram verse pastinaak bevat:[1]

Energetische waarde 333 kJ/80 kcal
Koolhydraten 15 gram
Eiwit 1,3 gram
Vet 0,4 gram
Vitamine C 18 mg
Vitamine B1 0,08 mg
Vitamine B2 0,08 mg
Caroteen 0,02 mg
Calcium 51 mg
IJzer 0,6 mg

De pastinaak komt ook in het wild voor en bloeit als tweejarige plant van juli tot september met een 60-90 cm lange stengel in een geelachtig scherm. De 4-8 mm lange en 3-6 mm brede, strogele tot lichtbruine vrucht is een splitvrucht. De wilde pastinaak komt in België en Nederland voor in bermen, uiterwaarden, op dijken en ook op open plekken in de duinen. Hij kan gevonden worden op plekken waar brandnetels groeien.

Zie ook

Afbeeldingen


Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9