Margaretha was de dochter van graafAdolf II van der Mark en Margaretha van Kleef.[2][3] Reeds op 14 augustus 1343 kwamen ‘Alf graue van der Mark unde Margret sin … husfrouwe’ met ‘Otten grauen van Nassauwe und frouwen Aleyde’ in een oorkonde overeen dat ‘eine dochter van unseren dochteren’ zou huwen met ‘einem sone van soenen … Otten grauen van Nassauwe und frouwen Alheyd vorgenant’.[3]
Over Margaretha is weinig bekend. Voor zover bekend heeft zij zich nimmer bemoeid met de regering van het graafschap van haar echtgenoot. Er zijn geen afbeeldingen van haar bewaard gebleven. Van de verloren gegane serie van acht wandtapijten met de genealogie van het Huis Nassau ontbreekt alleen de ontwerptekening voor het wandtapijt waarop Margaretha en Johan waren afgebeeld.[11]
In 1384 huwde Adolf, Margaretha’s oudste zoon, met Jutta, de erfdochter van graaf Gerhard VII van Diez. Vier jaar later erfde hij het graafschap Diez, dat sindsdien in het bezit bleef van de Ottoonse Linie van het Huis Nassau.[7] De titel graaf van Diez wordt nog altijd gevoerd door zowel de koning der Nederlanden als de groothertog van Luxemburg.
Margaretha overleed op 29 september 1409 na een huwelijk van bijna 52 jaar, hetgeen voor de middeleeuwen zeer lang is. Ze overleefde haar vierde zoon Hendrik. Ze werd begraven in Klooster Keppel bij Hilchenbach.[5][13] In het jaar van haar overlijden kwamen haar zoons overeen dat ze na het overlijden van hun vader de regering in Nassau-Siegen gezamenlijk zouden voortzetten.[7] Johan overleed pas op 4 september 1416, vermoedelijk 77 jaar oud. Met een regeerperiode van 54 jaar was hij een van de langst regerende vorsten uit de middeleeuwen. Hij werd naast Margaretha in Klooster Keppel begraven.[2][3][5][13] Ook Margaretha’s zoon Johan II ‘met de Helm’ werd in 1443 bij haar in Klooster Keppel begraven.[2][3][5][8]
(de) Becker, E. (1983). Schloss und Stadt Dillenburg. Ein Gang durch ihre Geschichte in Mittelalter und Neuzeit. Zur Gedenkfeier aus Anlaß der Verleihung der Stadtrechte am 20. September 1344 herausgegeben, Neuauflage. Der Magistrat der Stadt Dillenburg, Dillenburg [1950].
Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
(nl) Fock, C.W., Teruggevonden ontwerpen voor de tapijtreeks De Nassause Genealogie in: Klooster, L.J. van der e.a. (red.), Jaarboek Oranje-Nassau Museum 1995, Barjesteh, Meeuwes & Co Historische Uitgeverij Rotterdam (1996). ISBN 90-73714-23-0, p. 39-56.
(fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
(de) Joachim, Ernst (1881). Allgemeine Deutsche Biographie. Band 14. Duncker & Humblot, Leipzig, "Johann I. von Nassau-Dillenburg", pp. 250-251.
(de) Lück, Alfred (1981). Siegerland und Nederland, 2. Auflage. Siegerländer Heimatverein e.V., Siegen [1967].
(nl) Pennings, J.C.M. en Schreuder, E.A.T.M., Heer en meester van Ameland tot Zwaluwe. Het beheer en bestuur van de heerlijkheden van het Huis Oranje-Nassau door de Nassause Domeinraad (14de eeuw-1811) in: Klooster e.a., L.J. van der (red.), Jaarboek Oranje-Nassau Museum 1994, Barjesteh, Meeuwes & Co Historische Uitgeverij Rotterdam (1995). ISBN 90-73714-18-4, p. 45-75.
(de) Stramberg, Chr. von (1865). Denkwürdiger und nützlicher Rheinischer Antiquarius, welcher die wichtigsten und angenehmsten geographischen historischen und politischen Merkwürdigkeiten des ganzen Rheinstroms, von seinem Ausflusse in das Meer bis zu seinem Ursprunge darstellt. Von einem Nachforscher in historischen Dingen. Mittelrhein. Der II. Abtheilung 13. Band. Der Rheingau. Historisch und topografisch. Vierter Band. Rud. Friedr. Hergt, Coblenz.
Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
Voetnoten
↑Haar naam wordt in sommige Nederlandstalige bronnen geschreven als ‘van der Marck’. Die schrijfwijze is ontstaan doordat een zijtak van het huis de heerlijkheid Sedan verwierf en zich sindsdien de la Marck noemde.
↑Schwennicke (1978) en Vorsterman van Oyen (1882) vermelden ook een dochter Margaretha, gehuwd met graaf Hendrik van Waldeck. Deze Margaretha was echter een dochter van graaf Walram IV van Nassau-Wiesbaden-Idstein.