Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Maïsroest

Maïsroest
Maïsroest
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Pucciniomycetes
Orde:Pucciniales
Familie:Pucciniaceae
Geslacht:Puccinia
Soort
Puccinia sorghi
Schwein. (1832)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Maïsroest op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Maïsroest (Puccinia sorghi) is een schimmel behorend tot de familie Pucciniaceae. Hij behoort tot de biotrofe parasieten. Zijn levenscyclus speelt zich af op twee verschillende waardplanten (heteroecisch), namelijk maïs, Euchlaena mexicana, Euchlaena perennis voor de vegetatieve fase en onder andere op Oxalis corniculata, Oxalis fontana en Oxalis stricta voor de generatieve fase.[1]

De roestaantasting verschijnt in maïs vaak voor het eerst nadat de stijlen buiten de kolf komen. Het eerste vroege symptoom omvat chlorotische vlekken op het blad, die overgaan in goudbruine sporenhoopjes.[2] Dit zijn de 1–2 mm grote uredinia met de urediniosporen die zich kunnen verspreiden naar andere planten en verdere infectie kunnen veroorzaken. Na verloop van tijd kunnen deze sporenhoopjes van bruin naar zwart verkleuren doordat teliosporen gevormd worden.[3]

Levenscyclus

Maïsroest vormt de volgende sporen: teliosporen, basidiospores, spermatiën, aeciosporen en urediniosporen. De 22-33 × 20-28 µm grote urediniosporen infecteren de bladeren en vormen uredinia, die op hun beurt weer eencellige urediniosporen vormen, waardoor een polycyclische infectie ontstaat. In de loop van het groeiseizoen worden geen urediniosporen gevormd maar tweecellige, 27-53 µm grote teliosporen.[4] De teliosporen overwinteren in warmere gebieden en ontkiemen in het voorjaar, waarbij basidia met basidiosporen gevormd worden, die zich door de wind verspreiden en Oxalis-soorten infecteren. Deze infecties resulteren in spermogonia met spermatiën en receptieve hyfen. Na bevruchting van een spermatium met een receptieve hyfe ontstaat een aecium, waarin aeciosporen gevormd worden, die door de wind meegevoerd worden naar maïs en de plant infecteren, waarna uredinia met urediniosporen gevormd worden.

Morfologie

Zes spermogonia zitten in ronde clusters bij elkaar met een diameter tot 0,5 mm. De gele, bekervormige, 0,15-0,2 mm grote aecia worden alleen op de onderzijde van afgevallen bladeren gevormd rondom de spermogonia in een tot 2 mm brede zone. De 15–24 μm grote aeciosporen zijn bolvormig of ellipsvormig met doorzichtige of bruine wanden van 1–2 μm dik. De roestkleurige uredinia komen onregelmatig verspreid aan beide zijden van de bladeren voor. Ze zijn ongeveer 1 mm breed en tot 10 mm lang. De urediniosporen zijn bolvormig of ellipsvormig en 24–29 × 22–29 μm groot. Ze hebben licht stekelige, amberkleurige wanden van 1,5 à 2 μm dik en 3-4 groene kiemporen rond het midden. De telia zijn vergelijkbaar met de uredinia, maar zwart. De ellipsvormige, cilindrische of knotsvormige, tweecellige teliosporen hebben stompe of puntige toppen en zijn meestal bij het tussenschot iets versmald. Ze zijn 35–50 × 16–23 μm groot, amberkleurig met gladde wanden, die aan de zijkanten 1–1,5 μm dik zijn en 3–6 μm dik aan de bovenkant. De tot 80 μm lange steel is lichtgeel.[1]

Verspreiding

In Nederland komt Maïsroest zeldzaam voor. In Nederland is het ook de enige soort die bekend is van Maïs.[5]

Foto's

Zie de categorie Puccinia sorghi van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikispecies heeft een pagina over Puccinia sorghi.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9