Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Teliospore

Eencellige teliosporen van de gladde klaverroest (Uromyces minor)
1,2 en 3-cellige teliosporen met wratten op de wanden van de anemoon-en-ruitroest
Teliosporen van grofwrattige papilroosroest

Teliosporen (ook wel Teleutosporen, wintersporen, probasidium) zijn een vorm van sporen van roestschimmels en brandschimmels die worden gevormd in structuren genaamd telia. Een eencellige teliospore wordt ook wel een mesospore genoemd. Ze dienen om te overwinteren. Tijdens de kieming van de teliosporen versmelten de twee haploïde kernen tot één diploïde kern. Ze zijn een belangrijk kenmerk van de determinatie van roesten.

Kenmerken

Teliosporen hebben een dikke celwand met kiemporiën, die in de winter beschermt tegen kou en uitdroging. De wand kan glad zijn of bezet met wratten. In het voorjaar komt elk van de sporencellen tevoorschijn en worden basidiosporen gevormd. Deze kunnen weer nieuwe planten infecteren. Bij roestschimmels bestaan ze meestal uit twee cellen (= probasiden). Ze kunnen echter ook eencellig zijn (bijv. Uromyces) of meercellig (bijv. Phragmidium). Ook hebben ze een korte steel dat na volledige ontwikkeling al of niet afbreekt, waarna de wind ze kan verspreiden.

Roestsporen kunnen één- tot vijfcellig zijn en de kieming van teliosporen, waarbij het basidium met vier basidiosporen geproduceerd wordt, kan een rustperiode van verschillende lengte hebben afhankelijk van de soort.

Locatie

Teliosporen zitten in de telia of soms apart tussen de epidermiscellen van de waardplant. Dit laatste is het geval bij de geslachten Uredinopsis, Milesia, Milesina (o.a. eikvarenroest), Hyalopsora en Pucciniastrum.

Hyperparasitering

Teliosporen kunnen worden gehyperparasiteerd door onder andere:

Zie ook

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9