Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Carpofoor

Carpofoor bij de splitvrucht van karwij
Weinig voorkomend: een vlezig en opvallend gekleurd carpofoor bij een Ouratea-soort uit Brazilië[1]

Een carpofoor (Oudgrieks karpophoros, vruchtdragend) of het carpopodium, de vruchtdrager of vruchthouder genoemd is botanisch gezien een steel of een verlenging tussen de bloembodem en de stempel, waardoor het vruchtbeginsel of de vrucht een langere steel heeft in vergelijking met een die alleen een bloemsteel heeft. De grens tussen de bloemsteel en de verlenging is de inplantingsplaats van de bloemonderdelen.[2][3][4]

Ontstaan

Een carpofoor wordt overwegend uit een vruchtblad en of de bloembodem gevormd. Het verschil tussen een carpofoor, een gynofoor, androgynofoor, anthofoor of androfoor is vaak moeilijk te zien.[5][6][7][8] Bij de vruchtrijping ontstaat het carpofoor meestal uit de sterke sclerenchymstreng, die zich in het midden van de vruchtbladen bevindt of uit de stempel- en/of bloembodem, bijvoorbeeld door intercalaire meristemen.[9][10]

Bij de composietenfamilie is de carpofoor het basale afbreekpunt waaraan het nootje vastzit.[11][12]

Nootje van Zyzyura mayana met schijfvormige carpofoor, SEM-afbeelding

Voorkomen

In het bijzonder kan de rol van de carpofoor bij de schermbloemigen worden genoemd. Hier is de carpofoor de drager van de twee deelvruchten van de splitvrucht. Bij de zeeuwse knoopjes is er echter geen carpofoor meer aanwezig.[13] Ook komt een carpofoor bij enkele andere plantenfamilies voor. Zo is er bij de anjers, de wonderboom, de geranium en de pinda een carpofoor aanwezig.[10]

Schimmels

Ook bij de schimmels wordt van een carpofoor gesproken.[14] Hier wordt het hele vruchtlichaam (steel en hoed) met carpofoor aangeduid.[15][16]

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9