Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Auctoritas

Weergave van een zitting van de Romeinse Senaat: Cicero valt Catilina aan (detail van een negentiende-eeuwse fresco).

Auctoritas is een Romeins waardebegrip dat in de politiek van de Romeinse Republiek een beduidende rol speelde. De beste omschrijving is waardigheid, aanzien, invloed. De auctoritas werkte vooral daar als regulerende onderscheidingsgrond, waar geen juridische voorschriften voorhanden waren. Auctoritas kon zowel aan één persoon als aan een geheel (v.b. de senaat) toekomen.

Het is hierbij karakteristiek, dat zonder een formeeljuridisch statuut deze politieke onderscheidingen zich laten voelen en hun raadgevingen algemeen worden geaccepteerd. Zo schreef Imperator Caesar Augustus in zijn Res Gestae over de grondslag van zijn macht: „Na dit tijdstip (27 v.Chr.) stond ik in invloed (auctoritas) ver boven ieder ander, maar ik heb niet meer macht gehad dan de mensen die in de verschillende ambten mijn collega waren.“[1]

De auctoritas senatus zou vanaf de vroege Republiek het instrument zijn van de senaat om instructies te geven aan priesters en anderen auctoritate senatus[2] en we treffen in het werk van Titus Livius regelmatig wetten en andere initiatieven aan ex auctoritate patrum.[3] In de Late Republiek zou echter het senatus consultum deze functie overnemen en werd de term auctoritas senatus gebruikt om de mening van de meerderheid van de senatoren aan te duiden die echter door het veto van een tribunus plebis[4] of een procedurefout niet als senatus consultum werden aanvaard. Voor Marcus Tullius Cicero was de verhouding tussen het Romeinse volk en haar senaat (SPQR) duidelijk: „Terwijl de potestas zich onder het volk bevindt, bevindt de auctoritas zich in de senaat“.[5] Aldus gaf de senaat haar auctoritas aan plebiscita (volksbesluiten)[6] en haar consilium (raad) aan de magistrati, die zelf in auctoritate senatus waren.[7]

Noten

  1. Res Gestae 34.
  2. T. Mommsen, Römisches Staatsrecht, III.2, Leipzig, 18883, p. 1033 (n. 2). Vgl. Livius, Ab Urbe condita IV 49.
  3. Livius, Ab Urbe condita III 3, VII 11, 19, VIII 5, 21, 22, 29, X 45, XXII 14, 57, XXV 15, XXVI 2.1, XXVII 5.7, 6, 11, XXX 40, XXXII 31, XXXIII 24, XXXIV 56, XXXV 7, XLV 1, 35, Periochae XLIX 7. Vgl. Aurelius Victor, De Viris Illustribus 3.2.
  4. Cicero, Ad familiares I 7.4, VIII 8 4-8, Ad Atticum V 2.3.
  5. Cicero, De legibus III 28: Cum potestas in populo, auctoritas in senatu sit.
  6. Livius, Ab Urbe condita XLII 21.
  7. Cicero, Pro Sestio 137.

Referentie

  • J.P.V.D. Balsdon, Auctoritas, Dignitas, Otium, in CQ2 10 (1960), pp. 43-50.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9