Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Vreemd speenkruid

Vreemd speenkruid
Vreemd speenkruid
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Orde:Ranunculales
Familie:Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Geslacht:Ficaria (Speenkruid)
Soort
Ficaria ambigua
Boreau
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Vreemd speenkruid (Ficaria ambigua, synoniemen: Ficaria verna subsp. fertilis, Ficaria verna subsp. ficariiformis, Ficaria verna subsp. grandiflora, Ranunculus ficaria subsp. fertilis, Ranunculus ficaria subsp. ficaria) is een vaste plant, die behoort tot de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Het areaal omvat Ierland, het U.K., Spanje en Noord-Denemarken, Sardinië en Italië. De verspreiding in Frankrijk is onvoldoende bekend en in België is deze ondersoort waarschijnlijk verwilderd. In Nederland groeit deze ondersoort hier en daar in een stinzenmilieu.[1] Het aantal chromosomen is 2n = 16.[2] Ficaria verna subsp. ficariiformis heeft 2n = 32 chromosomen en wordt door sommige botanici als een aparte ondersoort beschouwd met als synoniem Ficaria verna subsp. grandiflora.

Bloei en vrucht

De soort bloeit vanaf maart tot in mei. De gele bloemen zijn 2-5 cm groot en hebben 8-12, brede, elkaar met de randen bedekkende, 10-20 mm lange en 4-9 mm brede kroonbladen. De vrucht is een 2,5-3,5 mm lang en 1,7-2,2 mm breed nootje dat met korte haren is bedekt.

Voorkomen

Vreemd speenkruid is vergeleken bij gewoon speenkruid relatief fors en tijdens de bloei rechtopstaand. De holle stengel is liggend of rechtopstaand en wordt 5-30 cm hoog. De glanzende rondachtige tot hart- of niervormige bladeren hebben een lange bladsteel en zijn soms hoekig handvormig met gave tot bochtig gekartelde rand. De plant heeft geen okselknolletjes. De wortels zijn voor een deel spoelvormig of knotsvormig verdikt.

Standplaats

De plant prefereert zonnige tot beschaduwde, stikstofrijke, zwak zure tot zwak basische, vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke tot voedselrijke bodems, vaak lemige tot licht kleiige grond. Ze groeit in loof- en rivier begeleidende loofbossen, in bronnetjes- en beekdalbossen, in helling- en binnenduinbossen, in parkbossen en bosranden, in heggen en bermen, aan allerlei waterkanten en in greppels. Verder in tuinen en plantsoenen, in allerlei graslanden, beschaduwde gazons en aan de voet van kleiige dijken.[1]

Afbeeldingen

Zie de categorie Ficaria verna subsp. fertilis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Zie de categorie Ficaria verna subsp. ficariiformis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9