Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Tronen

Tronen (Grieks: θρόνοι, thronoi), ofanim (Hebreeuws: אוֹפַנִּים ’ōphannīm, "wielen") of galgallim (Hebreeuws: גַּלְגַּלִּים, galgallim, "sferen", "wielen", "wervelwinden") zijn in joodse en christelijke literatuur hemelse wezens. In de joodse literatuur domineert de beschrijving als grote wielen of "veelogigen", in de christelijke literatuur als tronen.

Jodendom

Traditionele verbeelding van het visioen van Ezechiël

In de Hebreeuwse Bijbel komen de termen voor deze "wielen" voor in het visioen van Ezechiël (Ezechiël 1:15-21). Een van de Dode Zee-rollen (4Q405) interpreteert hen als engelen. Late delen van 1 Henoch beelden hen af als een klasse van hemelse wezens die nooit slapen, maar Gods troon bewaken (1 Henoch 61:10) en gebruiken een opsomming die bepalend lijkt te zijn voor de latere hiërarchie in het christendom:

... rondom waren serafim, cherubim en ofanim.

— 1 Henoch 71:7

Deze "wielen" worden soms geïdentificeerd met die in het visioen van Daniël:

Ik zag dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaatsnam. ... Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de wielen uit laaiend vuur.

Daniël 7:9

Het late boek 2 Henoch verwijst naar hen als "veelogigen" (2 Henoch 20:1; 21:1).

Christendom

In het Nieuwe Testament is vooral de vermelding in de hymne in Kolossenzen 1:16 belangrijk:

In [Jezus] is alles geschapen,
alles in de hemel en alles op aarde,
het zichtbare en het onzichtbare,
vorsten [letterlijk: "tronen"] en heersers, machten en krachten,
alles is door hem en voor hem geschapen.

Hierin wordt een parallel gezien met 1 Petrus 3:21,22:

de opstanding van Jezus Christus, die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan hem onderworpen zijn.

Sinds Pseudo-Dionysius worden tronen in het christendom beschouwd als derde orde van de hoogste sfeer of koor van engelen, na de serafs en cherubs.[1] Deze visie werd geaccepteerd door Thomas van Aquino en de Rooms-Katholieke Kerk.[2]

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9