Spoorlijn 50 is een Belgischespoorlijn die Brussel met Gent verbindt. In tegenstelling tot de snelle verbinding tussen Gent en Brussel (spoorlijn 50A) zijn er op deze spoorlijn een aantal tussenstations. De lijn is 55,6 km lang.
Geschiedenis
Reeds in september 1837 werd de spoorlijn tussen Gent en Schellebelle geopend, als onderdeel van de lijn Mechelen - Gent. Op 12 augustus 1838 werd ook Gent-Sint-Pieters verbonden met deze lijn, als onderdeel van de lijn Gent - Oostende. Het baanvak Denderleeuw - Aalst werd aangelegd door de spoorwegmaatschappij Dender en Waas, als onderdeel van de lijn Aat - Dendermonde - Lokeren. Op 1 mei 1856 was de lijn compleet door ook de baanvakken Brussel-Noord - Denderleeuw en Aalst - Schellebelle aan te leggen.
In 1929 werd een betonnen viaduct over de Pede-vallei gebouwd, het eerste kunstwerk van deze omvang in het railnet. Op 17 oktober 1954 werd het baanvak Denderleeuw - Aalst geëlektrificeerd. In 1956 werden korte verbindingsstukken in Brussel en Gent geëlektrificeerd, en op 25 januari 1961 werd de lijn geopend voor elektrische treinen. De ganse spoorlijn is geëlektrificeerd met 3 kV.
De spoorlijn is dubbelsporig uitgevoerd en de maximumsnelheid bedraagt 120 km/u.
Oorspronkelijk was er in Gent een kopstation (station Gent-Zuid), dat vanaf 1913 geleidelijk werd vervangen door het doorgangsstation Gent-Sint-Pieters. Rond 1928 werd Gent-Zuid definitief gesloten. In 1931 werden de sporen tussen Y Ledeberg en het station opgebroken.
Lijn 50E
Lijn 50E is de dubbelsporige lijn parallel aan en ten noorden van lijn 50 tussen de aftakking Y Melle-West (voormalige Y Merelbeke Blok 27) en Gent-Sint-Pieters.
Aansluitingen
In de volgende plaatsen is of was er een aansluiting op de volgende spoorlijnen:
Brussel-Noord
Spoorlijn 25 tussen Brussel-Noord en Antwerpen-Luchtbal
Spoorlijn 27 tussen Brussel-Noord en Antwerpen-Centraal
Spoorlijn 36 tussen Brussel-Noord en Luik-Guillemins