Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Spectrochemische reeks

De spectrochemische reeks is een belangrijk begrip uit de ligandveldtheorie en de kristalveldtheorie.

Spectrochemische reeks van liganden

De spectrochemische reeks is een reeks van liganden, die geordend zijn naar hun sterkte. Volgens de kristalveldtheorie bepaalt de sterkte van de ligand in een coördinatieverbinding de elektronenbezetting in de d-orbitalen van het transitiemetaal en daarmee de grootte van de opsplitsingsenergie (Δ). De liganden die vooraan in de reeks staan, zoals I en Br, geven aanleiding tot een kleine Δ-waarde, omdat ze niet tot weinig sterk zijn. Bijgevolg geven deze liganden aanleiding tot high spin-complexen. Anderzijds, liganden die achteraan de reeks staan, zoals CO en CN, zijn zeer sterk en zorgen voor een grote Δ-waarde. Deze liganden geven aanleiding tot low spin-complexen.

De spectrochemische reeks van zwakke tot sterke liganden luidt:

O22− < I < Br < S2− < SCN < Cl < NO3 < N3 < F < OH < C2O42− < H2O < NCS < CH3CN < pyridine < NH3 < ethyleendiamine < 2,2'-bipyridine < fenantroline < NO2 < PPh3 < CN < NO < CO

De spectrochemische reeks van liganden werd in 1938 door de Japanse scheikundige R. Tsuchida opgesteld.

Spectrochemische reeks van metaalionen

De benoeming sterk en zwak ligand is relatief en er moet ook rekening gehouden worden met de oxidatietoestand van het centraal metaalion. Zo produceert NH3 een zwak veld voor Co2+, maar een sterk veld voor Co3+. Dat is ook logisch: wanneer de oxidatietoestand van het metaalion stijgt, worden de liganden sterker naar het metaalion toegetrokken, omdat de ladingsdichtheid vergroot. Wanneer de liganden dichter naderen, vergroot de opsplitsingsenergie Δ en zorgen ze voor een sterker veld. Zo worden de low spin-complexen bevorderd ten opzichte van de high spin-complexen. De opsplitsingsenergie Δ hangt bijgevolg ook af van het soort metaalion, de elektronenconfiguratie en de oxidatietoestand. Er bestaat dus ook een spectrochemische reeks van metaalionen, die luidt (van zwakke tot sterke):

Mn2+ < Ni2+ < Co2+ < Fe2+ < V2+ < Fe3+ < Cr3+ < V3+ < Co3+ < Mn4+ < Mo3+ < Rh3+ < Pd4+ < Ir3+ < Re4+ < Pt4+

Zo zal bijvoorbeeld Pt4+ met jodide-liganden altijd een sterk complex vormen (low spin-complex), ondanks de relatieve zwakte van de jodide-liganden. De oorzaak ligt hier in de hoge oxidatietoestand van platina: de liganden worden immers zeer sterk naar het metaalion toegetrokken. In feite werkt de theorie van de ligandsterkte aan de hand van de spectrochemische reeks enkel maar tot metallische kationen van periode 4. Vanaf periode 5 moet de invloed van ligand en kation afgewogen worden ten opzichte van elkaar, wat soms leidt tot anomalieën, zoals bijvoorbeeld bij de Pt4+-complexen.

Zie ook

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9