Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Shah Jahan

Shah Jahan
1592 - 1666
Shah Jahan te paard (ca.1630), uit Shah Jahan Album, Mir Ali Heravi en Payag, Metropolitan Museum of Art
Shah Jahan te paard
(ca.1630), uit Shah Jahan Album, Mir Ali Heravi en Payag, Metropolitan Museum of Art
Heerser van het Mogolrijk
Periode 1627 - 1658
Voorganger Nuruddin Salim Jahangir
Opvolger Aurangzeb
Vader Nuruddin Salim Jahangir
Moeder Manmati

Shahbuddin Muhammad Shah Jahan (volgens de gangbare Engelse transliteratie kortweg Shah Jahan; volgens de Nederlandse transliteratie: Sjah Djahaan, van Parsi/Urdu: شاه ‌جهان) (Lahore, 5 januari 1592 - Agra, 22 januari 1666) was de grootmogol van het Indiase Mogolrijk van 1628 tot 1658. Hij is vooral bekend vanwege het feit dat hij de Taj Mahal liet bouwen.

Levensloop

Shah Jahan was de zoon van Jahangir (Ned.: Djehangir) en de hindoeïstische Rajput-prinses Manmati, en werd eerst prins Khurram genoemd. Hij kwam in 1622 in opstand tegen zijn vader, maar dit werd hem vergeven. Wel hield zijn vader daarna twee van Shah Jahans zoons in gijzeling om zijn zoon in toom te houden. In 1627, na de dood van Jahangir, werd Shah Jahan keizer na een jaar van strijd met zijn broer Sharyar (Ned.: Sjaryar) om de troon.

In de eerste jaren van zijn regering stond Shah Jahan onder invloed van streng islamitische theologen, en verbood het bouwen van kerken en hindoetempels. Later werd hij dankzij de invloed van zijn zoon Dara Shikoh (Ned.: Dara Sjikoh) veel gematigder en stond hij godsdienstvrijheid toe.

De Taj Mahal, gezien vanuit het Rode fort in Agra

Shah Jahan breidde het leger uit om een moslimopstand in Ahmadnagar neer te slaan. Ook wist hij gebied op de Rajputs te veroveren. Hij verplaatste de hoofdstad van Agra naar Delhi, waar hij prachtige paleizen en een prachtige moskee liet bouwen. Tegelijkertijd liet hij in Agra de Taj Mahal bouwen als mausoleum voor zijn vrouw Mumtaz Mahal. Dit alles maakte dat de schatkist leeg raakte.

Toen Shah Jahan in 1657 ernstig ziek werd brak de strijd om de opvolging los onder zijn zoons. Aurangzeb en Shah Shuja (Ned.: Sjah Sjoedja) kwamen in opstand tegen Dara Shikoh, de favoriet van hun vader. Aurangzeb bracht Dara Shikoh eerst ten zuiden van Agra een verschrikkelijke nederlaag toe, maar Dara Shikoh wist te ontvluchten. Vervolgens nam Shah Shuja het op tegen Aurangzeb. Maar deze versloeg ook Shah Shuja, die vervolgens vluchtte. Daarna nam Aurangzeb opnieuw de wapens op tegen Dara Shikoh. Deze keer wist Aurangzeb Dara Shikoh opnieuw te verslaan. Ten slotte werd Dara Shikoh door Aurangzeb onthoofd. De inmiddels herstelde Shah Jahan werd door Aurangzeb, nu de nieuwe grootmogol, onder huisarrest geplaatst in het Rode Fort te Agra. De laatste jaren van zijn leven bracht hij daar door, als gevangene van Aurangzeb.

Galerij

Bronnen

  • Waldemar Hansen, The Peacock Throne: The Drama of Mogul India, Trowbridge: Weidenfeld & Nicholson 1972.
Zie de categorie Shah Jahan I van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9