Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Seriële-positie-effect

Het seriële-positie-effect[1] is een fenomeen van het geheugen dat ontdekt door de Duitse psycholoog Hermann Ebbinghaus. Het wil zeggen dat de accuraatheid van onthouden van een lijst items (bijvoorbeeld woorden) afhankelijk is van de positie van de items in de lijst. Woorden aan het begin en aan eind van de lijst worden doorgaans het best onthouden als men zelf de volgorde van reproductie mag bepalen. Beter onthouden van de laatste woorden in de lijst heet het recentheidseffect (Engels: recency effect), beter onthouden van woorden aan het begin van de lijst het begineffect (Engels: primacy effect).

Seriële-positiecurve met begin- en recentheidseffect

Verklaring

De meest plausibele verklaring van het effect is afkomstig van Atkinson en Shiffrin.[2] Dit wordt ook wel de theorie van dubbele opslagmechanismen (dual storage mechanisms) genoemd. Zie ook: Geheugenmodel van Atkinson en Shiffrin. Zij meenden dat het begineffect het gevolg is van het feit dat items aan het begin van de lijst de meeste aandacht krijgen, en daarom meer worden herhaald. Daardoor hebben zij een grotere kans om in het langetermijngeheugen te worden opgeslagen, en later beter te worden onthouden. Het recentheidseffect daarentegen is meer afhankelijk van het kortetermijngeheugen waar de meest recente woorden tijdelijk in een soort buffer worden opgeslagen. Deze items worden beter onthouden omdat zij als het ware nog vers in het geheugen liggen.

Bevestiging

Begineffect
De verklaring van Atkinson en Shiffrin wordt bevestigd door onderzoek dat aantoont dat de snelheid van aanbieding van de woordenlijst vooral invloed heeft op het begineffect. Als woorden in de lijst snel worden aangeboden, krijgen deze items namelijk minder aandacht en kan er geen herhaling en dus ook geen goede opslag in het langetermijngeheugen plaatsvinden.[3] Ook blijkt dat amnesiepatiënten geen begineffect, maar wel een recentheidseffect vertonen. Ook dit laatste pleit voor het idee dat het begineffect een gevolg is van betere opslag of consolidatie in het langetermijngeheugen.
Recentheidseffect
Daarentegen blijkt het recentheidseffect heel gevoelig te zijn voor een afleidende taak (bijvoorbeeld een rekenopdracht) die de proefpersoon nadat de lijst is aangeboden moet uitvoeren. Nadat de rekenopdracht is uitgevoerd, blijkt het recentheidseffect sterk te zijn afgenomen.[4] Dit komt doordat de items in het buffer van het kortetermijngeheugen aan snelle vervaging (decay) onderhevig zijn. Dus als de reproductie wordt uitgesteld, zijn deze items alweer vergeten.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9