Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Ressentiment

Ressentiment is een oorspronkelijk uit het Frans afkomstige term die gebruikt wordt in de psychologie en filosofie. In het dagelijkse taalgebruik bedoelt men er haat of wrok mee. In de filosofie werd de term geïntroduceerd door de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900). In de reactie van de filosoof Max Scheler (1874-1928) op het werk van Nietzsche speelt de notie van ressentiment een centrale rol.

Ressentiment bij Nietzsche

De notie van ressentiment was een sleutelbegrip binnen Nietzsches ideeën met betrekking tot de meester-slaafproblematiek en de daaruit volgende geboorte van de moraal, die hij uiteenzette in Jenseits vom Gut und Böse. Nietzsche gebruikte de notie van ressentiment voor het eerst in zijn boek Zur Genealogie der Moral.

De slavenmoraal is het product van het ressentiment in de mensen die niet bij vermogen zijn fysiek weerstand te bieden aan de bron van hun ellende, namelijk hun meesters en onderdrukkers. Door deze scheve machtsverhouding koesteren de zwakkeren haat en wraakgevoelens jegens de sterkeren, maar hun inferioriteit stelt hen niet in staat uitdrukking te geven aan deze gevoelens. Daarom nemen zij hun toevlucht tot wat Nietzsche ‘imaginaire wraak’ noemt. De enige mogelijkheid tot deze wraak is het vormen van nieuwe waarden waardoor die van de meesters devalueren. De zwakkeren hebben zich verenigd en hun eigen waardenrangorde gesticht waarin het sterke wordt gediskwalificeerd en het zwakke opgewaardeerd.

In tegenstelling tot ‘elke voorname moraal’ zet de slavenmoraal zich af tegen een buitenwereld, en hanteert ‘een omkering van de waardenscheppende blik.’ De oorzaak van hun onmacht wordt niet bij zichzelf gezocht, maar is gelegen in de buitenwereld, de ander. Zij heeft ‘uiterlijke prikkels nodig om tegen te ageren – haar actie is per definitie reactie.’ (GM I:10)

De omkering van de meestermoraal in de slavenmoraal brengt de ontwaarding van de voorname idealen met zich mee. Er wordt gebroken met de zelfbevestiging van het voorname. Geen mens is nog langer in zichzelf goed, maar is pas goed in de mate waarin hij zich voegt naar de moraal zoals deze wordt voorgeschreven door de kerk. Het ressentiment wordt door de kerk op de mens losgelaten waardoor de indruk ontstaat dat er iemand schuldig is aan het lijden, namelijk de zondige mens zelf. De verlossing van de mens bestaat daarin dat hij zich conformeert aan de door de kerk voorgeschreven moraal van nederigheid en gehoorzaamheid.

Ressentiment bij Scheler

In zijn boek Ressentiment im Aufbau der Moralen claimt Scheler dat Nietzsche de religieuze kern van het christendom heeft miskend. Deze berust niet, zoals Nietzsche stelt, op een bodem van ressentiment; het is de burgerlijke moraal die hier haar oorsprong heeft. Om dit te illustreren vergelijkt Scheler de Griekse liefde en de Christelijke liefde. Waar liefde voorheen beschreven werd als een beweging van het lagere naar het hogere, krijgt liefde nu de vorm van een beweging van het hogere naar het lagere. In plaats van een streven en verlangen naar het hogere, van een wil tot macht, buigt het hogere zich over het lagere en toont haar betrokkenheid en bekommernis. De liefde spreekt zo niet uit een egoïstisch verlangen de ander te onderwerpen maar is er om de ander te ondersteunen en zo tot het hoogste niveau te verheffen. De mens wordt in de christelijke liefde niet naar beneden gehaald, maar juist opgetild, dus berust de christelijke ethiek niet op een basis van ressentiment, op onmacht, maar op de overvloed van Gods liefde.

Literatuur

  • Friedrich Nietzsche, Zur Genealogie der Moral, KSA5, DTV, München, 1999.
  • Max Scheler, Ressentiment im Aufbau der Moralen, Klostermann, Frankfurt, 1978.
  • Alicja Gescinska, Intussen komen mensen om, De Bezige Bij, 2019.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9