Dit artikel beschrijft de prestaties van de Belgische voetbalclub RSC Anderlecht in het seizoen 1993–1994, waarin de Brusselse club drie prijzen (landstitel, beker en supercup) won.
Gebeurtenissen
Transfers
Tijdens de zomer van 1993 nam Anderlecht afscheid van enkele overbodig geworden spelers. Jeugdproduct Serge Sironval, die bij Anderlecht in de schaduw stond van doelmannen Filip De Wilde en Peter Maes, mocht vertrekken naar RFC Seraing. De club maakte zo plaats voor een ander jeugdproduct: de 19-jarige doelman Frédéric Herpoel. Ook Jean-Marie Houben en Jean-François De Sart, die Anderlecht in 1991 had overgenomen van Club Luik, mochten vertrekken. Beide spelers keerden terug naar Luik, waar ze zich aansloten bij respectievelijk Seraing en Club Luik. Ook het Ghanese toptalent Nii Lamptey mocht beschikken; hij werd verhuurd aan PSV, waar hij opnieuw verenigd werd met trainer Aad de Mos. De Nederlandse aanvaller Peter van Vossen werd voor 125 miljoen BEF (zo'n 3,125 miljoen euro) verkocht aan Ajax.
Ondanks het vertrek van Van Vossen ging Anderlecht niet op zoek naar offensieve versterkingen. De club trok met Olivier Suray een beloftevolle verdediger aan en versterkte het middenveld met Philip Haagdoren. De opvallendste nieuwkomer was Pär Zetterberg, die twee seizoenen op rij was uitgeleend aan Sporting Charleroi en in 1993 verkozen was tot Profvoetballer van het Jaar. Tijdens de winter plukte het de Nigeriaanse verdediger Chidi Nwanu weg bij KSK Beveren.
Competitie
Anderlecht was in 1993 met ruime voorsprong kampioen geworden en begon ook het nieuwe seizoen uitstekend. Het team van trainer Johan Boskamp startte met zes overwinningen op rij, waaronder ruime zeges tegen KSV Waregem (2–4), Club Luik (6–0) en KRC Genk (6–2). Daarnaast won paars-wit ook de spannende derby tegen RWDM (3–4), dankzij onder meer twee goals van Bertrand Crasson.
Ondanks de sterke start kon eerste achtervolger Club Brugge de kloof met Anderlecht klein houden. Op de negende speeldag kwamen de West-Vlamingen bovendien met 0–3 winnen in het Constant Vanden Stockstadion. Een hattrick van Lorenzo Staelens zorgde ervoor dat de voorsprong van Anderlecht tijdelijk slonk tot twee punten. De nederlaag zorgde echter niet voor een ommekeer in de competitie. Anderlecht bleef zijn meeste wedstrijden winnen en vergrootte de kloof nog voor de winterstop tot vier punten.
Na de winterstop keerde de spanning in de competitie terug. Op de 21e speeldag verloor Anderlecht voor eigen supporters met 0–2 van seizoensrevelatie Seraing. Club Brugge won twee dagen later zelf van Germinal Ekeren en verkleinde zo de kloof met Anderlecht opnieuw tot twee punten. Drie speeldagen later verloor Anderlecht opnieuw, ditmaal tegen KV Mechelen. Door de nederlaag kwam Club Brugge voor het eerst op gelijke hoogte.
Een speeldag later nam Anderlecht opnieuw afstand van de West-Vlamingen. Anderlecht won thuis van KSK Beveren, terwijl Club Brugge niet verder raakte dan een gelijkspel tegen Lommel SK. Nadien mochten beide teams het tegen elkaar opnemen. Anderlecht maakte kans om de kloof opnieuw te vergroten tot drie punten en Club Brugge kon voor het eerst alleen aan de leiding komen. De topper in het Jan Breydelstadion eindigde op 0–0, waardoor de top van het klassement onveranderd bleef. Wekenlang bleef Anderlecht met een punt voorsprong aan de leiding staan, tot het op de 29e speeldag ook tegen Standard Luik gelijkspeelde. Het scoreloos gelijkspel tegen de Rouches zorgde ervoor dat Anderlecht de leidersplaats opnieuw moest delen met Club Brugge.
Uiteindelijk bleek Anderlecht in het slot van de competitie het sterkst. Het won zijn laatste vijf wedstrijden en bleef zo foutloos, terwijl Club Brugge tot twee keer toe punten liet liggen. Op de voorlaatste speeldag verzekerde het zich van een tweede titel op rij door met 1–2 te winnen van AA Gent.
Beker van België
In de Beker van België schakelde Anderlecht in de eerste ronde AA Gent uit. Nadien volgde een duel tegen tweedeklasser KRC Harelbeke, dat eenvoudig gewonnen werd. In de kwartfinale troffen de Brusselaars met Beerschot VAV opnieuw een tweedeklasser. Ditmaal kende Anderlecht meer moeite om door te stoten naar de volgende ronde. Het duel was na 90 minuten op 0–0 geëindigd, waardoor er verlengingen kwamen. In die verlengingen bracht Alex Camerman de Antwerpenaren op voorsprong. Via Marc Degryse kwam Anderlecht nog in de eerste verlenging opnieuw op gelijke hoogte. In de tweede verlenging klaarden Bruno Versavel en invaller John Bosman de klus.
In de halve finale volgde een dubbele confrontatie tegen stadsrivaal RWDM. De heenwedstrijd in het Astridpark eindigde in een scoreloos gelijkspel. Een maand later volgde de terugwedstrijd in het Edmond Machtensstadion. RWDM kwam in de eerste helft 2–0 voor en leek op weg naar de finale, maar in de tweede helft sleepten Luc Nilis en Degryse alsnog een gelijkspel uit de brand. Door de twee uitdoelpunten mocht Anderlecht naar de finale. Degryse was geschorst voor de finale doordat hij bij zijn gelijkmaker uitbundig aan de dranghekken was gaan hangen, hetgeen hem een gele kaart had opgeleverd.
In de finale mocht Anderlecht, dat twee weken eerder al kampioen was geworden, het opnemen tegen vicekampioen Club Brugge. Het duel vond door verbouwingen aan het Heizelstadion plaats op Sclessin. Anderlecht kwam in de eerste helft via Versavel op voorsprong. Na de rust scoorde Lorenzo Staelens de gelijkmaker, maar het doelpunt werd door de scheidsrechter afgekeurd. Niet veel later zorgde Nilis voor 2–0, waardoor Anderlecht voor het eerst sinds 1972 de dubbel (titel en beker) won. Doordat Anderlecht eerder dat seizoen ook al de Supercup had veroverd, sloot het elftal van Boskamp het seizoen af met drie trofeeën.
UEFA Champions League
Als landskampioen was Anderlecht gekwalificeerd voor de UEFA Champions League. In de eerste ronde werd zonder veel moeite het Finse HJK Helsinki uitgeschakeld. Zowel de heen- als terugwedstrijd werd met drie doelpunten verschil gewonnen. Een ronde later ging Sparta Praag voor de bijl. Ook tegen de Tsjechische club won Anderlecht zowel de heen- als terugwedstrijd. Vooral Luc Nilis toonde zich trefzeker; hij scoorde in de eerste vier Europese wedstrijden zes keer.
Nadien volgde de groepsfase om te bepalen wie naar de finale mocht. Anderlecht werd in de groep van AC Milan, Werder Bremen en FC Porto ingedeeld. Tegen het Milan van de Italiaanse succescoach Fabio Capello speelde Anderlecht op de eerste speeldag gelijk. Nadien ging Anderlecht pijnlijk onderuit tegen Werder Bremen. Anderlecht kwam in de eerste helft in de gietende regen 0–3 voor dankzij onder meer twee goals van Danny Boffin, maar gaf de comfortabele voorsprong in de tweede helft nog uit handen. De Duitsers wonnen het duel uiteindelijk nog met 5–3. De zware nederlaag was een enorme opdoffer voor het elftal van Boskamp, dat plots ook in de competitie punten begon te verspelen.
Na de winterstop hervatte Anderlecht de Europese campagne met een thuiszege tegen FC Porto. Nilis zorgde met zijn zevende Europese treffer van het seizoen voor twee belangrijke punten. Door de zege sprong Anderlecht naar de tweede plaats. Twee weken later volgde de terugwedstrijd in Portugal. Anderlecht verloor het duel met 2–0 en zakte zo terug naar een gedeelde derde plaats. Een tweede scoreloos gelijkspel tegen Milan en een nieuwe nederlaag tegen Werder Bremen zorgden er uiteindelijk voor dat Anderlecht als laatste eindigde in zijn groep.
Individuele prijzen en WK-selecties
Na een uitleenbeurt van twee seizoenen keerde Pär Zetterberg in de zomer van 1993 terug naar het Astridpark, waar hij de concurrentie moest aangaan met onder meer Marc Degryse. De 23-jarige Zweed, die aan het einde van het seizoen 1992/93 al bekroond was met de trofee voor Profvoetballer van het Jaar, werd begin 1994 ook winnaar van de Gouden Schoen. In het referendum eindigde hij voor Lorenzo Staelens, die erg teleurgesteld was dat hij naast de prijs had gegrepen. Staelens werd later dat jaar wel verkozen tot Profvoetballer van het Jaar.
Doelman Filip De Wilde werd aan het einde van het seizoen voor het eerst verkozen tot Keeper van het Jaar. Boskamp, die met Anderlecht drie bekers veroverde, viel zelf niet in de prijzen. Bij de verkiezing van Trainer van het Jaar eindigde hij zelfs niet in de top drie.
Anderlecht zag in de zomer van 1994 negen spelers naar het WK in de Verenigde Staten gaan. Belgisch bondscoach Paul Van Himst selecteerde Albert, Nilis, Degryse, De Wilde, De Wolf, Emmers en Boffin voor het toernooi. John Bosman mocht met Oranje naar het WK en bij Nigeria werd Chidi Nwanu geselecteerd.