Prins-bisschopEen prins-bisschop of vorst-bisschop was in de middeleeuwen een persoon die binnen de organisatie van de Rooms-Katholieke Kerk de functie van bisschop had en naast het geestelijk bestuur over een kerkelijk gewest, het bisdom, ook het wereldlijk gezag uitoefende over een bepaald grondgebied, waar hij de functie van landsheer had, dienend onder een koning of keizer. InleidingPrins-bisschoppen kwamen onder meer voor in Engeland, West- en Midden-Europa, Macedonië, Polen, Andorra en Montenegro, telkens waar een plaatselijke bisschop ook wereldlijke macht had weten te verwerven. Daar konden verschillende redenen voor zijn, bijvoorbeeld het strategisch belang dat een stad of regio voor de wereldlijk machthebber had, die er dan naar streefde dat de kerkelijk bestuurder hem of haar goedgezind was. De term prins-bisschop wordt vooral gebruikt door historici, vanuit de kerken werden aan de bisschoppen met dubbelfunctie meestal andere titels. Een belangrijk verschil tussen de Kerken: de geestelijken van de Anglicaanse en Oosters-orthodoxe kerken mochten een vrouw huwen, die van de Rooms-Katholieke Kerk niet. In Montenegro regeerde een bisschop van de Servisch-orthodoxe Kerk als vazal van de Turkse sultan. De titel en waardigheid waren hier erfelijk binnen de familie Njegosh en de (ongehuwde) bisschoppen werden opgevolgd door hun neven. De laatste regerende prins-bisschop was die van Montenegro, waarna het land in 1860 een gewoon vorstendom werd. Sinds bisschoppen geen wereldlijk gezag meer bekleden, wordt de titel alleen nog in een historische context gebruikt. Prins-bisschoppen in het Heilige Roomse RijkIn het Heilige Roomse Rijk daarentegen vormden een vijftigtal prinsbisdommen een onderdeel van de rijksorganisatie (naast vele honderden andere vorstendommen). In de 11e eeuw probeerde paus Gregorius VII de Rijksbisschoppen weer strakker aan de kerkelijke hiërarchie te binden door het document Dictatus papae, maar in 1220 werden de prins-bisschoppen vrijwel zelfstandig door het verdrag dat zij sloten met keizer Frederik II: de Confoederatio cum principibus ecclesiasticis. Tijdens de Reformatie werd een aantal prinsbisdommen geseculariseerd en omgezet in wereldlijke vorstendommen. De laatste prinsbisdommen verdwenen ten slotte bij de Reichsdeputationshauptschluss van 1803. De belangrijkste geestelijke vorsten waren de aartsbisschoppen van Mainz, Trier en Keulen, die tevens keurvorst waren. In de Nederlanden bestond tot 1526 het prinsbisdom Utrecht, tot 1795 het prinsbisdom Luik en het prinsbisdom Kamerijk. In 1672 werd de Republiek onder andere aangevallen door de keurvorst-aartsbisschop van Keulen en de prins-bisschop van Münster. De laatste was Bernhard von Galen van Münster, die in Groningen als Bommen Berend bekendstaat. Een minder belangrijke variant van de prins-bisschop was de prins-abt zoals die van het abdijvorstendom Stavelot-Malmedy (dat vaak in personele unie verbonden was met het prinsbisdom Luik) en het abdijvorstendom Thorn. Lijst van prinsbisdommen binnen het Heilige Roomse RijkKerkprovincie Mainz
Kerkprovincie Keulen
Kerkprovincie Trier
Kerkprovincie Salzburg
Kerkprovincie Bremen
Kerkprovincie Maagdenburg
Kerkprovincie Besançon
Direct onder de paus vallende bisdommenKerkprovincie Aquileja
Zie ook: Lijst van prins-bisschoppen van Luik
Zie ook: Lijst van bisschoppen van Hildesheim
Prins-bisschoppen in FrankrijkIn Frankrijk bekleedden de bisschoppen traditioneel geen wereldlijke macht, tenzij dan in de gebieden die veroverd waren op het Heilige Roomse Rijk. Wel waren er zes bisschoppen die van ambtswege een adellijke titel droegen en daardoor behoorden tot de pairs van Frankrijk. De pairie ontstond in de 12e eeuw. In 1216 werd het aantal pairs vastgesteld op 9: 6 geestelijke en 3 wereldlijke. Hoewel het aantal wereldlijke pairs sterk varieerde, bleef het aantal geestelijke pairs altijd stabiel. Aangezien Sint-Remigius in 496 Clovis gekroond had tot eerste koning van Frankrijk, kreeg de aartsbisschop van Reims de eerste plaats onder de pairs. De andere geestelijke pairs speelden ook een rol in de kroningsceremonie. In 1674 benoemde Lodewijk XIV de aartsbisschop van Parijs tot hertog van Saint-Cloud, die daarmee de zevende geestelijke pair werd.
Literatuur
|