Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Peer-jeneverbesroest

Peer-jeneverbesroest
Telia van de peer-jeneverbesroest op Juniper
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Pucciniomycetes (Roesten)
Onderklasse:ongeplaatst (Incertae sedis)
Orde:Pucciniales
Familie:Gymnosporangiaceae
Geslacht:Gymnosporangium
Soort
Gymnosporangium sabinae
(Dicks.) G. Winter (1884)
Peer-jeneverbesroest
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Peer-jeneverbesroest op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De peer-jeneverbesroest (Gymnosporangium sabinae) is een schimmel met Juniperus als primaire waardplant en alleen Pyrus als secundaire waardplant. Het veroorzaakt oranje vlekken op het blad.

Levenscyclus

Zoals veel roestziekten heeft Gymnosporangium sabinae twee verschillende gastheren nodig om zijn levenscyclus van jaar tot jaar te voltooien. Jeneverbes is de wintergastheer en peer is de meest voorkomende zomergastheer. Sporen (aeciosporen genoemd) worden geproduceerd uit de lantaarnvormige schimmelgroei die uitsteken uit de bladeren aan de onderkant van het perenblad.en die in de lucht komen en jeneverbessen infecteren. Deze schimmel overwintert in zwellingen of gallen op geïnfecteerde twijgen en takken van gevoelige jeneverbesplanten.

In de lente, na een regenbui of zware dauw, produceren de gallen op de jeneverbes kleine donkere hoornachtige gezwellen die bedekt worden met een oranjebruine gelatineuze massa genaamd telia. Het overeenkomstige stadium op de perenbomen staat bekend als aecia. De telia en aecia geven door de wind meegedragen rustende of overwinterende sporen vrij (teliosporen en aeciosporen genoemd) die respectievelijk gevoelige perenbladeren en jeneverbes kunnen infecteren. Sporen die worden geproduceerd door de door schimmel veroorzaakte zwellingen op jeneverbessenstelen, kunnen tot 6 km besmettelijk zijn. De ziekte veroorzaakt een geeloranje vlek die felrood kleurt op bladeren van perenbomen. De ziekte kan bijzonder schadelijk zijn voor peren, wat resulteert in volledige ontbladering en oogstverlies als ze niet worden behandeld. De schimmel voedt zich met de levende cellen van de waardplant en is niet in staat om te overleven op dood plantaardig materiaal, en moet dus ofwel afwisselen met een andere gastheer of rustsporen produceren om het rustseizoen te passeren.

Kenmerken

Aecia

Op peer is de schimmel macroscopisch te herkennen aan de bleekbruine eikelvormige aecia, die aan de onderzijde van het blad en ook op bladstelen en vruchten worden gevormd en oranje vlekken aan de bovenkant van het blad veroorzaken. Deze zijn 2-5 mm hoog en 1-3 mm breed. De aeciosporen zijn kastanjebruin en 25-32 × 22-29 μm groot. De sporenwand is 3-4,5 μm dik en fijn wrattig bekleed.

Telia

Slechts enkele dagen in de lente worden er op de takken van Jeneverbes telia gevormd op oudere takken. Deze lijken op kussens of zuiltjes. De telia zijn in verse toestand opvallend oranje-achtig en gelatineus, in droge toestand donkeroranje tot bruin, brokkelig, cilindrisch tot kussenvormig. De hoogte is 8 tot 10 mm. De teliosporen zijn tweecellig, naar de top als naar de basis toe versmald en voorzien van een bleekbruine wand. De sporenmaat is 38-48 × 20-30 μm.

Op jeneverbes niet te onderscheiden van de afgeronde jeneverbesroest (Gymnosporangium confusum).

Verspreiding

Het verspreidingsgebied betreft met name Europa, maar er zijn ook enkele waarnemingen bekend uit Afrika (Marokko, Libië), Noord-Amerika (VS) en Azië (China). In Nederland komt de peer-jeneverbesroest vrij algemeen voor. Hij is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.

Foto's

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9