Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Patrick Blackett

Nobelprijswinnaar  Patrick Blackett
18 november 189712 juli 1974
Patrick Blackett (1948)
Patrick Blackett (1948)
Geboorteland Verenigd Koninkrijk
Geboorteplaats Kensington (Londen)
Overlijdensplaats Londen
Nobelprijs Natuurkunde
Jaar 1948
Reden "Voor zijn ontwikkeling van de nevelkamermethode van Wilson en de ontdekkingen daarmee gedaan op het gebied van de kernfysica en kosmische straling."
Voorganger(s) Edward Victor Appleton
Opvolger(s) Hideki Yukawa
Portaal  Portaalicoon   Natuurkunde
Giuseppe ("Beppo") P.S. Occhialini (1907–1993) en Patrick M.S. Blackett (1897-1974) in 1932 of 1933.

Patrick Maynard Stuart Blackett (Kensington (Londen), 18 november 1897 – aldaar, 13 juli 1974) was een Engels experimenteel natuurkundige bekend om zijn werk aan nevelvaten, kosmische straling en paleomagnetisme.

Biografie

Blackett werd geboren in de West-Londense wijk Kensington als zoon van Arthur Stuart Blackett en Caroline Francis Maynard. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij als onderluitenant in de Britse marine. In 1921 studeerde hij af aan de Universiteit van Cambridge en daarna werkte hij tien jaar lang als experimenteel natuurkundige aan het Cavendish-laboratorium, onder Ernest Rutherford. In 1924 huwde hij Costanza Bayon, met wie hij een dochter Giovanna en een zoon Nicolas kreeg.

In 1932, samenwerkend met de uit Italië afkomstige natuurkundige Giuseppe Occhialini, deed Blackett onderzoek in Manchester naar kosmische straling, hoogenergetische deeltjes afkomstig uit de ruimte, en dan met name de aard van deze deeltjes. Voor dit onderzoek werd gebruikgemaakt van een nevelvat dat de Schot Charles Thomson Rees Wilson had uitgevonden. Aanvankelijk werd hiermee iedere 15 minuten een foto genomen. Omdat het gedrag van kosmische deeltjes onvoorspelbaar is, leverde deze methode vooral vele waardeloze foto’s voor analyse op.

Om dit probleem te omzeilen introduceerden Blackett en Occhialini in 1932 de zogenaamde "triggered Wilson cloud chamber". Boven en onder een Wilsonvat werd een geigerteller gepositioneerd zodat wanneer er een kosmisch deeltje passeerde, het nevelvat werd geactiveerd en de banen van het deeltje werden gefotografeerd.[1]

In 1933 ontdekte Blackett hierin veertien sporen waarmee hij niet alleen het bestaan bevestigde van het positron, ook ontdekte hij de karakteristieke tegengestelde spiraalvormige sporen van de opwekking van een elektron-positronpaar – een verschijnsel dat bekendstaat als paarvorming. Dit werk – waarvoor hij in 1948 de Nobelprijs voor Natuurkunde kreeg – en dat aan annihilatiestraling maakte hem de eerste en leidende expert op het gebied van antimaterie. Ook ontdekten Blackett en Occhialini dat antimaterie niet afkomstig was uit het heelal zelf maar pas ontstond wanneer een energetisch deeltje uit de kosmische straling botste op een atoom in de nevelkamer.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog grondde Blackett het gebied van Operations Research, dat de overlevingskansen van konvooien verbeterde.

In 1947 introduceerde Blackett een theorie om het magnetische veld van de Aarde te verklaren als functie van haar rotatie, in de hoop dat dit de elektromagnetische kracht en de zwaartekracht zou samenbrengen.[2] Hij ontwikkelde een paar jaar magnetometers om zijn theorie te testen, en falsifieerde hem. Maar zijn werk aan dit onderwerp leidde hem naar de geofysica, waar hij met data aangaande paleomagnetisme werkte en bewijs leverde voor continentendrift.[3] In 1956 ontving hij de Copley Medal van de Royal Society.

Referentie

  • Mary Jo Nye, Blackett: Physics, War, and Politics in the Twentieth Century (Cambridge, MA: Harvard University Press, 2004).
Zie de categorie Patrick Blackett van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9