Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Matthias Grünewald

Grünewalds Johannes de Evangelist. Lang werd aangenomen dat dit een zelfportret was.

Matthias Grünewald (Würzburg, ca. 1475/80 - Halle, 1528) was een Duits kunstschilder. Hij was de belangrijkste exponent van de laatgotische schildertraditie, samen met Albrecht Dürer.

Naamgeving

Hij werd geboren als Mathis Gothart. Hij staat ook bekend onder de namen Matthaeus von Aschaffenburg, Meister Matthis en Mathis Gothart Nithart. De naam Grünewald werd pas voor het eerst gebruikt in de 17e eeuw door zijn biograaf Joachim von Sandrart en deze naamgeving lijkt te berusten op een vergissing.[1]

Leven en werk

Bespotting van Christus

Zijn eerste gedateerde schilderij is de Bespotting van Christus uit 1503 (nu in de Alte Pinakothek, München). Meister Mathis werd voor het eerst vastgelegd in 1505 toen hij de opdracht kreeg om het grafschrift van Johann Reitzmann, predikant van de collegiale kerk van Aschaffenburg, te maken. Rond 1509 was hij hofschilder en klerk in dienst van Uriel von Gemmingen, de aartsbisschop van Mainz. En rond 1510 schilderde hij twee zijluiken in grisaille voor een altaarstuk geschilderd door Albrecht Dürer. Dit gebeurde in opdracht van Jacob Heller, een handelaar uit Frankfurt.[1] Hij was naast schilder ook waterbouwkundig technicus en wordt in dit verband voor het eerst genoemd in 1510 toen hij naar Bingen werd geroepen om een fontein te repareren.

Het Isenheimaltaar (gesloten)

Zijn bekendste werk is het Isenheimaltaar, een veelluik voor het vleugelaltaar. Het wordt thans bewaard in het Musée Unterlinden in Colmar, en trekt jaarlijks duizenden bezoekers. Hij bracht het meesterstuk tot stand tussen 1511 en 1517, in het destijds gegoede antonieterklooster van Isenheim, nabij Colmar, in opdracht van de preceptor Guido Guersi. Tussen 1517 en 1519 schilderde hij een ander altaarstuk, voor de Mariaschneekapel in de kerk van Aschaffenburg in opdracht van de kanunnik Heinrich Reitzmann.[1]

Van ca. 1516 tot 1526 werkte Grünewald voor kardinaal Albrecht von Brandenburg, aartsbisschop van Mainz. Mogelijk werd hij ontslagen vanwege zijn deelname aan de Duitse Boerenoorlog. Grünewald zou rond 1519 getrouwd zijn en voegde de naam van zijn bruid, N(e)ithart, toe aan zijn naam. De laatste twee jaar van zijn leven bezocht hij Frankfurt en Halle. Ook daar was hij actief als waterbouwkundige. Hij overleed aan de pest in augustus 1528 te Halle. Hij had in de laatste jaren van zijn leven kennis gemaakt met het opkomende lutheranisme, want onder zijn bezittingen bij zijn dood bevonden zich lutheraanse pamfletten.

Waardering

In tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten hield Grünewald zich niet bezig met gravures van zijn werk. Zo raakte hij in de vergeteldheid tot de Duitse schilder Joachim von Sandrart inlichtingen over zijn leven optekende. Zowel rond de geboorte van Grünewald, als zijn jeugd, zijn opleiding en zijn werken zelf heerst dusdanige discussie, dat de kunsthistorici Hans Naumann[2] en Hans Haug[3] er, sinds 1930, "Das Grünewald-Problem" van maakten. Het werk van Grünewald werd pas naar waarde geschat vanaf het einde van de 19e eeuw. Ervoor werd hij gezien als een vaardige imitator van Dürer.[1]

Reflexie in andere kunst

Grünewald staat centraal in de opera Mathis der Maler van Paul Hindemith (1938) en het altaar van Isenheim speelt een belangrijke rol in de roman Zwarte schuur van Oek de Jong (2019). Hij is het hoofdpersonage in romans van de schrijvers Natalie Beer[4] en Erik Neutsch[5].

Literatuur

  • Wilhelm Fraenger: Matthias Grünewald. Verlag C.H. Beck, München 1983.
  • Reiner Marquard: Mathias Grünewald und der Isenheimer Altar. Calwer Verag, Stuttgart 1996.
  • Ewald Maria Vetter: Grünewald. Die Altäre in Frankfurt, Isenheim, Aschaffenburg und ihre Ikonographie. Anton H. Konrad Verlag, Weißenhorn 2009.
  • Horst Ziermann, Erika Beissel: Matthias Grünewald. Prestel Verlag, München/London/New York 2001.
Zie de categorie Matthias Grünewald van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9