In de 12e eeuw was Lembeek om zijn strategische ligging een betwist gebied tussen de hertog van Brabant en de graaf van Henegouwen. In 1194 kwamen die tot een vergelijk: Lembeek werd neutraal gebied tussen beide landen.
In de 18e eeuw stimuleerde het Oostenrijks bewind de productie van jenever waar Lembeek van profiteerde omdat de uitvoer van drank en de invoer van grondstoffen vrijgesteld waren van accijns- en tolrechten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Lembeek een kern van de verzetsstrijders. Jongeren smokkelden wapens over de grens met Halle en belangrijke vergaderingen vonden plaats in de diepe kelders van Lembeek.
In het gehucht Hondzocht zijn 3 typische hoeves, waaronder het Hof Cottem, beschermd als monument. De omgeving van de hoeves is eveneens beschermd als dorpsgezicht.
Het Kasteel van Lembeek dat vlak bij de kerk ligt. Het grootste deel hiervan is echter door Colruyt afgebroken. In het gedeelte dat er momenteel nog staat zijn de plaatselijke Chiro, pingpongclub en judoclub gevestigd.
Albert Nerinckx (1889-1969): - burgemeester 1926-1932
Arthur Jean Pues (1898-1973): - burgemeester 1933-1970[2]
Jozef Ghyssels - burgemeester 1970-1977 (fusie stad Halle)
Economie
Door de gunstige ligging op de industrieas Brussel-Charleroi is er industrie aanwezig.
Het toponiem 'Lembeek' heeft mogelijk geleid tot de naam van de biersoort lambiek (ook wel lambik). Je vindt er momenteel nog een brouwerij die onder meer oude geuze steekt: Brouwerij Boon.