Koninklijk Gesticht van Mesen
Het Koninklijk Gesticht van Mesen is een openbare instelling opgericht in augustus 1776 door keizerin Maria Theresia. Het is daarmee de oudste openbare instelling in België[2]. De instelling werd opgestart in een benedictinessenabdij die al eerder, in 1066, opgericht was. De instelling kreeg de taak om te voorzien in de opvoeding en onderhoud van behoeftige kinderen en wezen van militairen. Dit was mogelijk aan de hand van de opbrengsten van de vele landerijen en boerderijen in bezit van het gesticht.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, bij de Slag bij Mesen, werden de gebouwen in Mesen vernield. Het gesticht verhuisde daarop naar een klooster van de kanunnikessen Sint-Augustinus in Lede: het Kasteel van Mesen. WerkingAnno 2021 is de stichting een juridische entiteit, gelijkgesteld met de administratieve openbare instellingen met beheersautonomie, en bezit nog steeds landerijen in West-Vlaanderen[1] (bijna 400 hectare, onder meer in Mesen, Noordschote en Heuvelland). De stichting wordt beheerd door een "Commissie tot beheer" die bestaat uit zeven leden bestaat. Voorzitter is oud-politica en barones Janine Marie-Thérèse Ghobert. Hun rol is de roerende en onroerende goederen van het Koninklijk Gesticht van Mesen te beheren om met de opbrengsten ervan de sociale opdracht van de Stichting maximaal te kunnen uitvoeren. Er wordt controle uitgevoerd door een bedrijfsrevisor, door de voogdijminister (de Minister van Landsverdediging) en door het Rekenhof. Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|