Koloniale tentoonstellingEen koloniale tentoonstelling was een wereldtentoonstelling die werd gehouden om de internationale handel te stimuleren. Een eerste koloniale tentoonstelling werd in 1866 in Victoria in Australië gehouden; hier namen de verschillende Britse koloniën binnen het Australische continent aan deel. In de jaren 1880 en daarna hadden de internationale koloniale tentoonstellingen als bijkomend doel de steun van de nationale bevolking voor de verschillende koloniale rijken te versterken tijdens de wedloop om Afrika. Er werden inheemse dorpen nagebouwd van verschillende koloniën om de leefwijze van de inheemse bevolking te tonen.[1] Hiervoor werden soms mensen overgebracht voor optredens of als etnologische tentoonstelling, zoals in de Parijse tentoonstelling van 1931 in het Bois de Vincennes. In Nederland werd in 1883 van 1 mei tot 1 oktober de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling gehouden op het Museumplein in Amsterdam. In totaal bezochten ongeveer een miljoen bezoekers de Amsterdamse koloniale tentoonstelling. Een andere bekende koloniale tentoonstelling was de Parijse Koloniale Tentoonstelling die in 1931 werd gehouden: ze duurde in totaal zes maanden en ongeveer 33 miljoen bezoekers bezochten de tentoonstelling. Deze tentoonstelling opende op 6 mei 1931 op 110 hectare (272 acres) van het 'Bois de Vincennes'. De tentoonstelling omvatte tientallen tijdelijke musea en gevels die de verschillende koloniën van de Europese landen vertegenwoordigden, evenals verschillende permanente gebouwen. Hiertoe behoorden het Palais de la Porte Dorée, ontworpen door architect Albert Laprode, dat toen het Musée permanent des Colonies huisvestte en dat later dienstdeed als Cité nationale de l'histoire de l'immigration. Ook Duitsland en Portugal organiseerden koloniale tentoonstellingen. Het Japanse Keizerrijk organiseerde koloniale 'showcases' op tentoonstellingen op de Japanse archipel, maar hield ook verschillende grootschalige exposities in de koloniën Korea en Taiwan. Deze tentoonstellingen hadden echter doelstellingen die vergelijkbaar waren met die van hun Europese tegenhangers, in die zin dat ze economische prestaties en sociale vooruitgang onder Japanse koloniale heerschappij benadrukten voor zowel Japanse als koloniale onderdanen. Koloniale tentoonstellingenDe volgende tentoonstellingen kunnen worden omschreven als koloniale tentoonstellingen:
Zie ookNoten |