Het Scuderia Duke-team van Geoff Duke was goed begonnen aan het seizoen, maar het gebrek aan onderdelen voor de zes jaar oude Gilera 500 4C begon nu nijpend te worden. Twee machines waren al afgeschreven en in Finland ging de versnellingsbak van de laatste stuk. Daar profiteerde vooral Alan Shepherd (Matchless) van, die achter Mike Hailwood tweede werd met een ronde achterstand. Mike Duff werd (ook met een Matchless G50) derde. Shepherd passeerde de Duke-Gilera-rijders in de WK-stand. Hailwood kon niet meer achterhaald worden en werd wereldkampioen 500 cc.
Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten.
50cc-klasse
Hugh Anderson was als WK-leider naar Tampere gekomen, maar hier won Hans Georg Anscheidt voor Anderson's teamgenoot Mitsuo Itoh. Anderson kwam ten val maar werd toch derde. Hij moest de leiding in het WK weer afstaan aan Anscheidt. Het wereldkampioenschap was nog zo spannend dat de teams van Suzuki en Kreidler net als in het vorige jaar gedwongen waren naar de GP van Argentinië af te reizen.
↑ abHet Scuderia Duke-team beschikte over slechts drie zes jaar oude Gilera 500 4C's, waar nauwelijks onderdelen meer voor waren. Eén machine was verloren gegaan bij een crash van Phil Read in de Ulster Grand Prix en de tweede bij een crash van John Hartle in de GP van de DDR. Hartle stond echter het hoogst in de WK-stand en kreeg de laatste overgebleven machine van Derek Minter.
↑ abGeoff Duke liep al snel tegen het probleem aan dat hij met museumstukken racete. Er waren geen onderdelen beschikbaar en hij moest het 350cc-project al snel staken.
↑ abcNiet gefinisht, niet deelgenomen of niet geregistreerd.
↑ abHonda liet de 50cc-klasse schieten. Het verscheen pas in de GP van Japan aan de start.