Günther Pancke
Günther Friedrich Wilhelm Pancke (Gnesen, 1 mei 1899 – Hamburg, 17 augustus 1973) was een Duitse officier en SS-Obergruppenführer (luitenant-generaal) en Generaal in de politie in Denemarken. BiografiePancke werd in 1899 als zoon van een officier geboren. Vanaf 1910 was hij bij het Pruisische cadettenkorps en hij nam vanaf 1917 deel aan de Eerste Wereldoorlog met de rang van luitenant. Na het einde van de oorlog was hij van 1919 tot 1920 lid van de Eiserne Division in de Baltische staten en was lid van het Vrijkorps dat bij de grens van Oost-Pruisen was gestationeerd. In 1920 vertrok hij naar Argentinië. In 1926 keerde hij terug uit Argentinië en werkte als laboratoriumassistent in een natuurkundig laboratorium in Kiel. Pancke werd in 1931 ontslagen wegens zijn naziwerkzaamheden die hem een gevangenisstraf van zes weken kostten. Op 1 augustus 1930 werd hij lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij en op 1 juni 1931 lid van de SS. In 1938 werd hij hoofd van de SS-Rasse und Siedlungshauptamt (RuSHA), in 1940 werd hij opgevolgd door SS-Gruppenführer Otto Hofmann. Pancke werd in 1939 benoemd tot verbindingsofficier tussen de Führerhauptquartier, de SS-Totenkopfverbände en de Einsatzgruppen der Sicherheitspolizei und des SD. Daarbij was hij de Höhere SS- und Polizeiführer "Mitte". In oktober 1943 werd hij benoemd tot de Höhere SS- und Polizeiführer voor Denemarken. Op 20 april 1944 werd hij tot SS-Obergruppenführer en General der Polizei bevorderd en op 21 maart 1945 tot General der Waffen-SS. Pancke werd na de Tweede Wereldoorlog in Denemarken gearresteerd en op 20 september 1948 in Kopenhagen tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld. In 1953 kreeg hij gratie. Hij stierf uiteindelijk in 1973 in Hamburg. CarrièrePancke bekleedde verschillende rangen in zowel de Deutsches Heer als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.
Lidmaatschapsnummers
DecoratiesSelectie:
Afkorting
Bronnen, noten en/of referenties
|