Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Empfindsame stijl

De empfindsame stijl of Empfindsamkeit (uit het Duits: 'empfindsam' = 'sentimenteel, overgevoelig') is een muzikale stijlrichting rond 1750 die sterk van door het gevoel ingegeven uitdrukkingselementen gebruikmaakt. De stijl wordt voornamelijk vertegenwoordigd door de werken van componisten uit Noord- en Midden-Duitsland, waaronder bijvoorbeeld Carl Philipp Emanuel Bach. Ook in Oostenrijk kwam deze stijl voor. Het is een overgangsstijl tussen de barokmuziek en het classicisme.

De stijl ontstond rond 1750 vanuit het burgerlijk milieu dat zich bewust werd van haar opkomende positie in vele lagen van de maatschappij, waaronder haar culturele en kunstzinnige.

Kenmerken

Kenmerkend voor de stijl is dat er in kleine kring en kleine bezetting gemusiceerd wordt, dat het clavichord veel gebruikt wordt vanwege zijn intieme klank en dat de melodielijnen spiritueel, verfijnd, expressief, gevoelvol en beweeglijk worden gehanteerd. De empfindsame stijl ontwikkelde zich parallel aan en gedeeltelijk uit de galante stijl. Zowel de galante als de empfindsame stijl zijn beide uitdrukking van de muzikale rococo-periode. Tezamen met de Sturm und Drang vormen deze stijlen de voorbodes van de classicistische muziek, die later als Eerste Weense School bekend zou worden.

Voorts valt op:

  • Polyfonie verdwijnt naar de achtergrond, ten faveure van bevallige versierde melodieën.
  • Vormen worden kleiner, korter en eenvoudiger.
  • De componisten gaan secuurder noteren en laten minder over aan improvisatorisch vakmanschap van musici, juist omdat ook amateurs de muziek gaan spelen.
  • Er komt een einde aan de basso continuo praktijk.
  • Voordrachtsaanwijzingen worden nauwgezetter in de partituur aangeduid.

Zie ook

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9