Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Bekken (anatomie)

Skelet van het bekken, vooraanzicht
1 = heiligbeen
2 = darmbeen
3 = zitbeen
4 = schaambeen
4a = corpus, 4b = ramus superior richting hoofd, 4c = ramus inferior aan staartzijde, 4d = tuberculum pubicum
5 = schaambeenvoeg
6 = heupkom
7 = foramen obturatum
8 = stuit
rode stippellijn = linea terminalis

Het bekken (Latijn: pelvis) is bij gewervelden het deel van het lichaam tussen de buik en de benen of poten. Het bekken bekleedt een centrale rol bij de houding en beweging. Het bekken doet zowel mee met bewegingen van de benen en poten, als met de bewegingen van de romp.

Het bekken is uit vier botten samengesteld: heiligbeen, stuit en de linker en rechter heup. Heup en heupbeen zijn hetzelfde. Linker en rechter heupbeen zijn opgebouwd uit drie onderling in de puberteit vergroeide botten: het darmbeen, het zitbeen en het schaambeen. Het darmbeen wordt ook vaak met bekken aangeduid, omdat het het deel van het bekken is dat aan weerszijden van de heupen is te voelen. Darmbeen, zitbeen en het schaambeen vormen samen het heupbeen en de heupkom.

Het schaambeen bestaat uit drie delen, een corpus en twee rami ossis pubis. Het zitbeen bestaat uit een corpus en een dunnere rami ossis ischii.

Het bekken verbindt de wervelkolom met de benen en bevindt zich op ongeveer de halve hoogte van het skelet van de mens, draagt het gewicht van het bovenlijf en beschermt de organen in de bekkenholte. Het bekken van de vrouw is bij mensen breder dan bij een man, om de geboorte van een kind mogelijk te maken. Het gevolg hiervan is dat de hals van het dijbeen, tussen gewricht en corpus femoris, bij vrouwen een scherpere hoek maakt ten opzichte van de knie.

Het bovenste gedeelte van het menselijk bekken wordt het grote bekken, pelvis major, genoemd, het onderste gedeelte het kleine bekken, pelvis minor. De bovenrand van het bekkenbot wordt de bekkenkam, crista iliaca, genoemd. Binnen het grote bekken bevindt zich een gedeelte van de darmen. In het kleine bekken bevinden zich de blaas en de endeldarm. Bij vrouwen bevinden zich er bovendien de vagina, de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken, bij mannen de prostaat.

Zie de categorie Bekken van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9