Bataafse vlagDe Nationale vlag van de Bataafse Republiek (destijds gespeld als Nationaale vlag van de Bataafsche Republiek) is een Nederlandse historische vlag. Voor de marine kwam een afwijkende vlag, die werd ontworpen door Dirk Langendijk in januari 1796.[1] In maart 1796 werd de nieuw vastgestelde officiële vlag van de Bataafse Republiek ingevoerd. Het gebruik van de zogeheten Prinsenvlag, die de kleuren oranje-wit-blauw had, was daarna niet meer toegestaan. BeschrijvingVóór 1796 was nooit officieel vastgesteld hoe de nationale vlag er uit moest zien. Mogelijk lag dat aan het feit dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden geen eenheidsstaat was. De nationale vlag werd in 1796 niet echt gewijzigd, maar het gebruik van de tweede nationale vlag, de zogeheten Prinsenvlag, was voortaan niet toegestaan. Ook oranje wimpels en andere symbolen die verband hielden met het Huis Oranje-Nassau, waren in de Bataafse Republiek uit den boze. In het besluit van 14 februari 1796 werd het volgende bepaald ten aanzien van de vlag:
De kleuren en rijen van de vlag bleven dus hetzelfde, echter er werd voor de marine een toevoeging gedaan, door aan de bovenkant op enkele duimen van de vlaggenstok een Jack te plaatsen. Dit betrof een witte rechthoek met daarin:[2]
In het besluit werd dit als volgt omschreven:
Besluit voor een nieuwe nationale vlagPublicatie van het besluit voor een nieuwe nationale vlag d.d. 14 februari 1796, Nº 135: GeschiedenisPer resolutie van 1 maart 1796 werd de Bataafse vlag ingevoerd voor de Nederlandse marine. De vlag werd ook door de marine gebruikt in het Bataafs Gemenebest en het Koninkrijk Holland. De vervanging van de Statenvlag bij de marine leidde onder meer tot oproer bij de zeelieden doordat zij verknocht waren aan de oude vlag waaronder zij vele successen hadden geboekt tijdens de zeeslagen. In augustus 1806 brak opstand uit onder het scheepsvolk van het Texels eskader en van de oorlogsschepen voor Amsterdam. De aanleiding hiervoor was dat zij niet meer wilden varen onder de nieuwe vlag. Een aantal van hen weigerde de eed van trouw af te leggen aan koning Lodewijk I en verklaarden geen bevelen te willen ontvangen van koninklijke officieren. Tegen deze opstand werden strenge maatregelen genomen, een van de muiters werd door de vice-admiraal De Winter zelf ter plekke door het hoofd geschoten. Om de gemoederen tot bedaren te brengen werd de Statenvlag gehesen, hiermee kwam het oproer ten einde. Sinds de opstand was de Statenvlag de facto weer in gebruik. Ruim een jaar later werd dit op 1 december 1807 bij koninklijk besluit wettelijk aangenomen. Wel werd de naam veranderd in Koninklijke Hollandsche Vlag. Zie ookZie de categorie Flags of the Batavian Republic van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
Verwijzingen
|