Share to: share facebook share twitter share wa share telegram print page

 

Ablatief

Naamvallen
Abessief
Ablatief (zesde naamval)
Absolute naamval
Absolutief
Accusatief (vierde naamval)
Adessief
Adverbialis
Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen
Allatief
Apudessief
Associatief
Aversief
Benefactief
Causalis-finalis
Causatief
Comitatief
Datief (derde naamval)
Delatief
Dieptecasus
Distributief
Elatief
Ergatief
Essief
Exessief
Factitief
Genitief (tweede naamval)
Illatief
Inessief
Instructief
Instrumentalis (achtste naamval)
Intratief
Locatief (zevende naamval)
Multiplicatief
Nominatief (eerste naamval)
Objectief
Obliquus (Hindi)
Obliquus
Partitief
Pegatief
Pertingent
Prepositionalis
Prolatief
Sociatief
Sublatief
Superessief
Temporalis
Terminatief
Translatief
Vocatief (vijfde naamval)

De ablatief (of zesde naamval) is een van de acht oorspronkelijke naamvallen van de Proto-Indo-Europese taal waarmee oorspronkelijk de persoon van wie iets uitgaat of de plaats waarvandaan men vertrekt werd aangegeven. Dit in tegenstelling tot de plaats waar men naartoe gaat, die uitgedrukt wordt in de accusatief of datief, en de plaats waar men zich bevindt, die door de locatief uitgedrukt wordt.

In sommige takken van de Indo-Europese talen waarin de ablatief ophield te bestaan, bijvoorbeeld het Grieks en het Germaans, is de functie van de absolute ablatief overgenomen door de genitief.

Latijn

In het Latijn gebruikt men de ablatief (soms zesde naamval genoemd) ook na enkele voorzetsels en om in de lijdende vorm het middel, de wijze waarop en de handelende persoon uit te drukken. Algemeen wordt aangenomen dat deze laatste functies overgenomen zijn van de instrumentalis, die in het klassiek Latijn al niet meer onderscheiden werd. De ablativus heeft tijdens de ontwikkeling van het Latijn na 700 voor Christus de functie overgenomen van de locativus, die een plaats aangeeft.

In het Latijn wordt de ablatief gevormd door de verlenging van de stamklinker. Eindigt de stam op een medeklinker, dan is de uitgang -e:

De bello Gallico (= Over de Gallische oorlog)

Urbe ire coeperunt (= Ze begonnen de stad te verlaten, lett.: ze begonnen uit de stad te gaan)

Een speciale, vaak voorkomende constructie met de ablatief is de losse of absolute ablatief: dit is een beknopte bijzin waarbij het onderwerp in de ablatief staat en het werkwoord een deelwoord is dat congrueert met het onderwerp:

Hac pugna pugnata, ... (= 'De strijd gestreden, ...' of 'Dit gevecht beslecht zijnde, …' of 'Nadat deze strijd gestreden was, ...')

Andere talen

In een aantal andere taalfamilies dan het Indo-Europees komen achtervoegsels voor die de plaats van vertrek aangeven. Men noemt deze vormen dan ook wel ablatief, hoewel ze natuurlijk wel geheel onafhankelijk ontstaan zijn.

In het Turks bijvoorbeeld is er een achtervoegsel -dan (of -den): Hollandadan: uit Nederland, Türkiyeden: uit Turkije. In het Tamil bestaat er een achtervoegsel -ilirunta dat dezelfde functie vervult.

In de Fins-Oegrische talen, zoals het Fins, het Hongaars en het Estisch, maakt de ablatief deel uit van een uitgebreid systeem van locatieve naamvallen voor plaats en richting. Dit zijn de inessief (in/binnen) en de adessief (op/aan/te), voor positie, versus de illatief (beweging naar binnen/in) en de allatief (beweging aan/op/naar) enerzijds en de elatief (beweging uit) en de ablatief (beweging van/af/vanaf) anderzijds, voor richting.

Onderstaande tabel biedt een overzicht van de zes locatiefnaamvallen in de Fins-Oegrische talen.

'binnen' 'buiten'
naderend illatief (erin gaan, naar binnen gaan) allatief (erheen, ernaartoe, erop gaan)
positie inessief (erin zijn, erbinnen zijn) adessief (er aan, op, bij zijn)
verlatend elatief (er uit gaan) ablatief (ervanaf, ervandaan gaan)

Nederlands

In 1625 poneerde Christiaen van Heule in zijn werk De Nederduytsche Grammatica ofte Spraec-konst dat het Nederlands naast de nominatief, genitief, datief en accusatief naar analogie van het Latijn ook een ablatief (of ofnemer) kende. Zo waren de zogezegde vormen voor de ablatief in het Nederlands:

  • vanden man, vande vrouw, vanhet kind, vande kinderen
  • vanenen man, vaneen vrouw, vaneen kind, van kinderen

Andere grammatici meenden (terecht) dat het hier geen aparte naamval betrof maar een collocatie van het voorzetsel van en de accusatief. De controverse hierover duurde tot begin twintigste eeuw en heden ten dage is deze latere stelling algemeen aanvaard.

Kembali kehalaman sebelumnya


Index: pl ar de en es fr it arz nl ja pt ceb sv uk vi war zh ru af ast az bg zh-min-nan bn be ca cs cy da et el eo eu fa gl ko hi hr id he ka la lv lt hu mk ms min no nn ce uz kk ro simple sk sl sr sh fi ta tt th tg azb tr ur zh-yue hy my ace als am an hyw ban bjn map-bms ba be-tarask bcl bpy bar bs br cv nv eml hif fo fy ga gd gu hak ha hsb io ig ilo ia ie os is jv kn ht ku ckb ky mrj lb lij li lmo mai mg ml zh-classical mr xmf mzn cdo mn nap new ne frr oc mhr or as pa pnb ps pms nds crh qu sa sah sco sq scn si sd szl su sw tl shn te bug vec vo wa wuu yi yo diq bat-smg zu lad kbd ang smn ab roa-rup frp arc gn av ay bh bi bo bxr cbk-zam co za dag ary se pdc dv dsb myv ext fur gv gag inh ki glk gan guw xal haw rw kbp pam csb kw km kv koi kg gom ks gcr lo lbe ltg lez nia ln jbo lg mt mi tw mwl mdf mnw nqo fj nah na nds-nl nrm nov om pi pag pap pfl pcd krc kaa ksh rm rue sm sat sc trv stq nso sn cu so srn kab roa-tara tet tpi to chr tum tk tyv udm ug vep fiu-vro vls wo xh zea ty ak bm ch ny ee ff got iu ik kl mad cr pih ami pwn pnt dz rmy rn sg st tn ss ti din chy ts kcg ve 
Prefix: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9