Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taalHet Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, dat ook bekendstaat als de Grote Van Dale,[1] de Dikke Van Dale of kortweg de Van Dale, is het bekendste verklarende woordenboek van het Nederlands. Het is een uitgave van Van Dale Uitgevers. De recentste uitgave in druk, de zestiende, is in 2022 verschenen en bestaat uit drie delen. De Van Dale is ook als online abonnement beschikbaar via de website van de uitgever. GeschiedenisDe Van Dale is genoemd naar Johan Hendrik van Dale, die het Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal van I.M. Calisch en N.S. Calisch uit 1864 bewerkte tot zijn eigen woordenboek. Hij paste onder andere de spelling toe van De Vries en Te Winkel, die in 1863 de basis hebben gelegd voor de huidige Nederlandse spelling. Van Dale overleed aan de pokken op 19 mei 1872 toen de eerste afleveringen van het woordenboek verschenen waren.[2] De uitgave werd in 1874 voltooid door zijn leerling Jan Manhave. De eerste uitgave van Van Dale was door de samenstellers gebaseerd op het Nederlands-Franse deel van het Nieuw Fransch-Nederduitsch en Nederduitsch-Fransch Woordenboek van S.J.M. van Moock, dat tussen 1843 en 1846 was verschenen. De drukken van de eerste twee uitgaven hadden een omvang van zo'n 1400 pagina's; de derde uitgave van 1884 was sterk uitgebreid en had een druk van 1756 pagina's. Dit woordenboek was vaak verreweg het dikste boek dat de gemiddelde Nederlandstalige op de boekenplank had staan, en er wordt dan ook vaak gesproken van de Dikke Van Dale. In 1970 bestond de uitgave uit twee banden, die elk niet zo dik waren. De omvang van het woordenboek is sindsdien uitgedijd: de zestiende uitgave van 2022 omvat ruim 5200 bladzijden in drie banden.[3] InhoudDe huidige Van Dale beschrijft naar eigen zeggen "het hedendaagse Nederlands, met een terugblik op de voorbije 150 jaar". Om die reden vermeldt het woordenboek ook woorden en uitdrukkingen die inmiddels verouderd zijn. De betekenissen van de woorden staan in chronologische volgorde. De betekenis die als eerste vermeld staat, is dus de oudste, niet de belangrijkste. In het voorwoord bij de tiende uitgave uit 1976 schreef de toenmalige hoofdredacteur, C. Kruyskamp, het volgende over de autoriteit van Van Dale: "De gebruiker moet zelf zijn standpunt bepalen, en zijn uitgangspunt moet daarbij niet zijn: het staat in Van Dale, dús het is zo, want het omgekeerde is veeleer het geval: omdat het zo is (naar het beste weten van de bewerkers) staat het (zo) in Van Dale." In het derde deel van het woordenboek stond tot en met de veertiende druk een lijst van gevleugelde woorden, titels en citaten en een lijst van namen uit de Griekse en Romeinse oudheid. Ook zijn onder meer nationale internetdomeinnamen, de ISO-land- en sommige andere codes, de munteenheden en belangrijkste talen van de wereld en de onafhankelijke landen en hun afgeleiden te vinden. TaalvariantenBelgiëHet woordenboek beschrijft ook woorden die niet in het gehele Nederlandstalige gebied (in dezelfde betekenis) gebruikt worden: Bij woorden die alleen in Vlaanderen worden gebruikt vermeldt Van Dale '(Belg.Nl.)'. Vanaf de vijftiende editie worden ook uitsluitend Nederlands-Nederlandse woorden voorzien van een label. Zuid-AfrikaTot 1961 stonden ook woorden die alleen in het Zuid-Afrikaans Nederlands gebruikt werden in de Van Dale. Hierbij stond dan de vermelding Zuid-Afrikaans.[4] Edities
ScheidsrechtersrolSport en spelBij het bordspel Scrabble fungeert de Van Dale in Nederland en Vlaanderen vaak als scheidsrechter. De officiële scrabblewoordenlijst van de Scrabblebond Nederland en het Nederlandstalig Scrabble-Verbond uit Vlaanderen is gebaseerd op het woordenboek. TelevisiedicteeBij het Groot Dictee der Nederlandse Taal, een televisieprogramma dat van 1990 tot 2016 jaarlijks op de Nederlandse en Vlaamse televisie werd uitgezonden, werd de spelling uit Van Dale als referentie gebruikt, wanneer het Groene Boekje geen uitsluitsel gaf. Zie ookExterne links
Bronnen, noten en/of referenties
|