StaatsbankroetEen staatsbankroet, ook wel nationaal faillissement, nationale insolventie of staatsfaillissement geheten, is een situatie waarin een nationale overheid haar verplichtingen gedeeltelijk of geheel niet nakomt. Dit kan zowel door economische als politieke oorzaken komen. Hoewel een staat soeverein is en dus niet echt failliet kan gaan zoals natuurlijke personen en private rechtspersonen in die zin dat er een procedure moet worden doorlopen, kan een staatsbankroet toch ernstige gevolgen voor de staat en diens bevolking hebben. De economische crisis die hiervan het gevolg is noemt men een (staats)schuldencrisis. OorzakenDe oorzaak van een staatsbankroet kunnen economisch of politiek zijn. Economische oorzakenEconomische staatsbankroeten worden vaak veroorzaakt door een te grote staatsschuld. Vaak kampt de overheid al langere tijd met een tekort op de begroting. Omdat bezuinigingen en belastingverhogingen leiden tot ontevredenheid onder de bevolking, is de verleiding groot om het gat te vullen door bij te lenen. Deze nieuwe leningen moeten echter ook weer afgelost worden en genereren bovendien rente die stijgt naarmate meer geleend wordt. De overheid komt dan in een vicieuze cirkel terecht, die eindigt met een situatie waarin zij niet langer aan de aflossings- en renteverplichtingen kan voldoen. Dieperliggende oorzaken achter het ontstaan van de hoge staatsschuld zijn meestal:
Politieke oorzakenEen politiek staatsbankroet is in veel gevallen niets anders dan een weigering van de regering om aan haar verplichtingen te voldoen, ongeacht of zij er wel of niet economisch toe in staat is. Dit is overigens strijdig met de principes van (internationaal) recht, die stellen dat een staat rechtspersoonlijkheid heeft en als zodanig drager van rechten en verplichtingen kan zijn. Een regeringswisseling wijzigt niet de rechtspersoonlijkheid, een staat wordt hierdoor dus niet ontdaan van door eerdere regeringen aangegane verplichtingen. Desondanks is het een aantal keer voorgekomen dat een regering de nationale schuld (van voorgangersstaten) weigerde af te lossen, omdat de nieuwe regering de legitimiteit van deze staten niet erkende. Voorbeelden zijn:
Een andere politieke oorzaak achter een staatsbankroet heeft niet zozeer te maken met een weigering van de regering, maar met de ontbinding van de staat zelf. Voorbeelden zijn Joegoslavië en de Sovjet-Unie. De schuld wordt uiteindelijk vaak verdeeld over de opvolgersstaten, maar dit kan een langdurig en soms onzeker proces zijn, zeker als geen enkele opvolgersstaat een bepaalde schuld wenst te accepteren. Een extremer geval doet zich voor wanneer een staat geheel desintegreert (zoals Somalië), aangezien er dan ook geen opvolgersstaten meer zijn die aansprakelijk kunnen zijn. VoortekenenVaak kondigt een staatsbankroet zich al van tevoren aan middels voortekenen. Op een staat kan men om te beginnen, net als op individuen en bedrijven, bepaalde economische kengetallen en begrippen toepassen. Zo kan men naar het netto vermogen van de staat kijken, de staatsschuld als percentage van het BNP, de lasten versus de baten en een aantal andere zaken. Ook politieke stabiliteit, corruptie en andere niet (primair) economische indicatoren kunnen een beeld geven van de kans op een staatsbankroet. Deze indicatoren laten vaak al voor een staatsbankroet een verslechterend beeld zien. De meeste overheden hebben een kredietrating bij kredietbeoordelaars als Moody's, Standard & Poor's en Fitch. Deze rating probeert een indicatie te geven van de kans op het niet voldoen aan verplichtingen, waarbij de kredietbeoordelaars bovengenoemde factoren zo goed mogelijk proberen mee te wegen. Aan een staatsbankroet gaat in veel gevallen een (scherpe) verlaging van de rating van het land vooraf. Een andere indicator is de rente op staatsleningen. Wanneer het risico stijgt moet een overheid meer rente bieden om investeerders toch nog over de streep te trekken. Een sterk stijgende rente op staatsleningen is dan ook een belangrijke voorspellende indicator. Verloop en gevolgEen staat is soeverein en kan dus in principe niet gedwongen worden een procedure te doorlopen, laat staan geliquideerd worden. Onder nationale rechtsstelsels kan men dus niet een staat failliet laten verklaren en onder internationaal publiekrecht bestaat een dergelijke procedure dan ook niet. Toch zal een staatsbankroet niet zonder gevolgen blijven voor een staat, de bevolking en uiteraard de crediteuren. De crediteuren zijn uiteraard het eerst en meest direct getroffen. Ze lijden een geheel of gedeeltelijk verlies op hun investering, of moeten langer op hun geld wachten. Weliswaar proberen veel staten met hun crediteuren te onderhandelen, maar zullen de crediteuren uiteindelijk in de meeste gevallen toch een groot deel van hun vordering moeten afschrijven. Het resultaat van dergelijke onderhandelingen is meestal een saneringsplan, waarin ten nadele van de crediteuren van de oorspronkelijke voorwaarden wordt afgeweken. Zo wordt de terugbetaling bijvoorbeeld over een (langere) tijdsperiode uitgesmeerd, moeten crediteuren een deel van de lening afschrijven, of wil de staat nog een extra lening om de directe nood te lenigen. Soms wordt door de staat onderscheid gemaakt tussen soorten crediteuren (lange of korte leningen, natuurlijk persoon of rechtspersoon, privaat of publiek, binnenlands of buitenlands). De partijen met de minste onderhandelingsmacht (meestal zijn dit kleine spaarders) dragen hierdoor vaak de zwaarste verliezen. De reputatie van de staat die zijn verplichtingen niet nakomt krijgt een stevige deuk. Uiteraard zal niemand meer geld aan de betreffende staat willen lenen, dus zal deze zijn beleid volledig uit belastinginkomsten moeten financieren. Hoewel de schuldenlast meteen wegvalt, zal een staat meestal niet aan bezuinigingen en lastenverzwaringen kunnen ontkomen, omdat de staatsschuld vaak uit een dieperliggende oorzaak voortkomt en omdat het staatsbankroet zelf de economie (nog verder) schaadt. Deze lastenverzwaringen kunnen op hun beurt de economische situatie weer verergeren waar de regering minder daadkrachtig op kan reageren, omdat er immers niet meer geleend kan worden. Staten proberen vaak saneringsplannen met crediteuren te onderhandelen, omdat ze beseffen dat ze anders in de toekomst in het geheel van niemand meer geld kunnen lenen. Een staatsbankroet grijpt diep in in de nationale economie, en dus de levens van de bevolking, op de volgende manier:
Uiteindelijk kan dit leiden tot een sociale crisis: rellen, burgeroorlog, politieke instabiliteit, opkomst van extremisme, en wellicht in een later stadium internationale agressie. Bovendien kan er een domino-effect optreden wanneer de directe of indirecte gevolgen van het staatsbankroet andere landen treffen. MaatregelenEen staat kan met verschillende instrumenten een staatsbankroet voorkomen of de economische gevolgen ervan temperen.
Lagere overhedenOok lagere overheden, zoals deelstaten, gemeenten of provincies, kunnen insolvent raken. Meestal zullen ze dan door de centrale overheid onder een of andere vorm van curatele gesteld en/of gesaneerd worden totdat ze financieel weer gezond zijn. Een voorbeeld hiervan is de Nederlandse artikel 12-status. De gevolgen van een insolventie van een lagere overheid zijn minder ingrijpend, omdat de hogere overheid deze altijd zal steunen. Zo krijgt een Nederlandse artikel 12-gemeente in ruil voor het extra toezicht een uitkering van het Rijk, waardoor de burger weinig tot niets merkt. VoorbeeldenIn de geschiedenis is het regelmatig voorgekomen dat een staat niet aan zijn verplichtingen kon of wilde voldoen:
Literatuur
Bronnen, noten en/of referenties
|