De lijfspreuk van het geslacht, die ook op het familiewapen staat vermeld, betekent Eer boven rijkdom.
Geschiedenis
De stamreeks begint met Johan Jacobsz. Schimmelpenninck († 1573), wijnkoper te Zutphen, een natuurlijke zoon van Jacob Johansz. Schimmelpenninck († 1538) die op zijn beurt een kleinzoon was van Jacob Schimmelpenninck en Jutte Iseren, stamouders van het adellijke geslacht Schimmelpenninck van der Oye. Nakomelingen van hem bleven in Zutphen en waren daar rentmeester, goudsmid of linnenwever.
Een broer van Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825), namelijk Willem Schimmelpenninck (1765-1837) werd de stamvader van de patriciaatstak die in 1910 in het genealogische naslagwerk Nederland's Patriciaat werd opgenomen.
Vele leden van de familie, dan wel aangetrouwden, vervulden (hoge) functies in dienst van het koninklijk huis. Daarnaast waren zij werkzaam in de diplomatieke dienst of bestuurder op lokaal, provinciaal of landelijk niveau.
Bezittingen
De adellijke tak van het geslacht verwierf bezittingen in en rond Diepenheim, waaronder Huis Nijenhuis, Huis Westerflier, Huis Peckedam en Huis Diepenheim. Dat laatste werd verworven in de 19e eeuw en werd verkocht in de 20e eeuw. Nijenhuis en Peckedam zijn vanaf 1799 in haar bezit; Westerflier vanaf 1854.
Adelsbesluiten
Bij algemeen (Frans) besluit werd Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825) in 1811 verheven tot comte de l'Empire. Zijn zoon Gerrit Schimmelpenninck (1794-1863) werd bij KB in 1834 verheven in de Nederlandse adel en hem werd verleend de titel van graaf (bij eerstgeboorte). Aan een van de zonen van de laatste, namelijk aan Rutger Jan Schimmelpenninck van Nijenhuis (1821-1893) werd de titel van graaf op allen verleend bij KB in 1874. Zijn broers en hun nageslacht behielden het predicaat van jonkheer en jonkvrouw.
Mr. Gerard Johan Philip graaf Schimmelpenninck (1851-1929), officier van justitie, kamerheer i.b.d. van koningin Wilhelmina
Louise gravin Schimmelpenninck (1880-1975); trouwde in 1901 met Age Johan Looxma van Welderen baron Rengers (1875-1947), burgemeester, dijkgraaf en kamerheer i.b.d. van koningin Wilhelmina
Aletta Cornelia Anna gravin Schimmelpenninck (1885-1913); trouwde in 1911 met jhr. dr. Alfred Boreel, heer van Hogelanden, 12e Baronet (1883-1964), burgemeester
Reiniera Adriana gravin Schimmelpenninck (1897-1957); trouwde in 1919 met jhr. dr. Alfred Boreel, heer van Hogelanden, 12e Baronet (1883-1964), burgemeester
Johanna Philippina Frédérique Caroline Constantia gravin Schimmelpenninck (1857-1932); trouwde in 1887 met jhr. mr. Herman van der Wyck (1844-1909), lid Raad van State
Lodewijk Hieronymus Schimmelpenninck, heer van Nijenhuis en Peckedam (1858-1942), rentmeester kroondomein
Rutger Jan Eugen Schimmelpenninck, heer van Nijenhuis en Peckedam (1892-1945), reserve-ritmeester
Mr. Lodewijk Herbert Schimmelpenninck, heer van Nijenhuis en Peckedam (1921-2009), president van de rechtbank, laatstelijk te Haarlem
Johanna Arnolda Bernardina gravin Schimmelpenninck (1889-1971); trouwde in 1915 met Cornelis Schelte Sixma baron van Heemstra (1879-1942), ordonnansofficier, kamerheer d.d. bij en particulier secretaris van de koningin-moeder, kamerheer i.b.d. en particulier secretaris van koningin Wilhelmina
Jkvr. Catharina Philippina Adriana Hermanna Johanna Schimmelpenninck (1827-1916); trouwde in 1854 met mr. Willem Frederik baron van Doorn, heer van Westcapelle (1825-1893), opperhofmaarschalk
Jhr. Ernst Herman Frederik Adriaan Schimmelpenninck (1823-1882), kamerheer i.b.d. van de koning
Jkvr. Charlotte Marie Schimmelpenninck (1889-1965); trouwde in 1918 met Willem Brantsma (1886-1967), opperhoutvester en jagermeester van de koningin
Jkvr. Jeannette Catherine Philippine Adrienne Ernestine Schimmelpenninck (1857-1930); trouwde in 1886 met Hendrik Jacob baron van Doorn, heer van Westcapelle (1855-1934), stalmeester i.b.d. van koningin Wilhelmina
Jkvr. Catharina Jacoba Schimmelpenninck (1866-1949); trouwde in 1889 met Willem Louis Frederik Christiaan ridder van Rappard (1866-1957), diplomaat
Jhr. mr. Gerrit Johan Constantijn Schimmelpenninck, heer van Diepenheim (1825-1904), kamerheer i.b.d. van de koning, lid Gedeputeerde Staten van Overijssel
Jhr. Leopold Gerrit Schimmelpenninck, heer van Diepenheim (1866-1948)
Jhr. mr. Frederik Johan Constantijn Schimmelpenninck (1829-1906)
Jkvr. Johanna Wilhelmina Schimmelpenninck (1863-1922); trouwde in 1885 met ir. Frederik Leopold Samuël Frans baron van Tuyll van Serooskerken, heer van Zuylen, Westbroek en Sweserengh, Oud-Beyerland en Serooskerke (1858-1934), lid Provinciale Staten van Utrecht, burgemeester van Zuilen
Jkvr. Geraldine Jeannette Philippine Schimmelpenninck (1864-1939); trouwde in 1888 met mr. Clemens Haro Beels (1864-1927), burgemeester
Jhr. mr. dr. Albert Gerard Schimmelpenninck (1868-1956), diplomaat, intendant-thesaurier van koningin Emma, groot-officier en kamerheer i.b.d. van de koningin; trouwde in 1908 met jkvr. Anna Magdalena van Haersma de With (1877-1952), hofdame van koningin Wilhelmina
jhr. mr. Frederik Johan Constantijn Schimmelpenninck, heer van Nijenbeek (1918-1991), universeel erfgenaam van zijn oom jhr. dr. Jan Minnema van Haersma de With, heer van de beide Pollen en Nijenbeek (1878-1965), en daarmee eigenaar van de kunstcollectie-"De Poll"
Willem Schimmelpenninck (1765-1837), stamvader van de patriciaatstak
↑Dit is tevens het verschil met de familie Schimmelpenninck van der Oye voor wie de vanouds gevoerde titel van baron werd erkend en voor welke familie dus geen verheffing, dat wil zeggen: creatie van nieuwe adel, plaatsvond.