Zie ING (bank) voor de nieuwe bank, waarin de Postbank is overgegaan
Postbank N.V. was een financiële instelling in Nederland, in 1986 ontstaan uit de Postgiro en de RPS. De bank is op 10 februari2009 samengegaan met ING Bank, waarbij voor beide banken de naam van het moederbedrijf ING werd geïntroduceerd. De Postbank en de ING Bank waren al sinds 1991 allebei onderdeel van de ING groep. De Postbank had ten tijde van de samensmelting ruim 7,5 miljoen rekeninghouders, en was daarmee een van de grootste banken van Nederland. Na de samenvoeging heeft de ING 9,2 miljoen klanten. In februari 2009 was de naam 'Postbank' volledig uit het straatbeeld verdwenen en waren de rekeningafschriften en betaalpassen niet langer 'giroblauw', maar ING-oranje.
Het spaaronderdeel van het bedrijf begon in 1881 als spaarbank onder de vleugels van de overheid en heette destijds Rijkspostspaarbank. De totstandkoming van Postbank N.V. per 1 januari 1986 is geregeld in de Postbankwet. Deze wet is ingetrokken per 1 januari 2014, dus ruim na samenvoeging met ING Bank, omdat de wet was uitgewerkt.
Geschiedenis
Jaar
Gebeurtenis
1881
Overheid richt de RijksPostSpaarbank (RPS) op om het sparen onder brede lagen van de bevolking te stimuleren.
1914
Oprichting van de Algemeene Nederlandsche Centrale Middenstandsbank (de Algemeene Centrale), op 19 september 1914. De Algemeene Centrale verstrekte kredieten aan de middenstand, niet rechtstreeks aan bedrijven, maar via bij haar aangesloten banken (Middenstandscredietbanken, Spaar- en Voorschotbanken en Coöperatieve Middenstandsverenigingen).
1917
Oprichting van de Gemeentegiro Amsterdam. Het eerste girale betalingssysteem in Nederland.
1918
Oprichting van de Postcheque- en Girodienst (PCGD). Hiermee ontstaat het eerste landelijke girale betalingssysteem. De administratie wordt op de postkantoren gevoerd. RPS en PCGD zijn aparte instellingen die vallen onder het Staatsbedrijf der PTT.
1923
Centralisatie van de administratie van de Postgiro met behulp van ponskaartenapparatuur. De giro begon op 24 augustus op de nieuwe manier te werken. Er ontstonden echter enorme problemen, zodat de gehele dienst op 4 oktober gesloten moest worden.
1924
Nadat de stand van de rekeningen (o.a. aan de hand van opgaven van rekeninghouders) gereconstrueerd was, werd de giro op 1 oktober heropend. De administratie werd handmatig, maar wel centraal in Den Haag, gevoerd.
1927
Oprichting van de Nederlandsche Middenstandsbank (NMB), een fusie van de Algemeene Nederlandsche Centrale Middenstandsbank, de Hanzebanken, de BOAZ-banken en de Middenstandsbank voor Limburg. Drijvende kracht achter deze fusie was de Regeerings-commissie inzake het Middenstandscrediet, met als voorzitter mr.dr. A. van Doorninck. De gang van zaken in het middenstandsbankwezen was desastreus, in die tijd gingen meerdere banken failliet door de situatie in de markt, maar met name door mismanagement. De commissie Van Doorninck onderzocht een reorganisatie en ging ervan uit dat er één centrale instelling voor middenstandskredieten moest komen, aansluitend op de bestaande instellingen. De concurrentie tussen de verschillende instellingen werd als een van de belangrijkste oorzaken van de problemen gezien.
1955
Wegens gebrek aan personeel wordt bij de giro een rekeningenstop voor particulieren ingesteld.
1956
Een tweede girokantoor wordt geopend in Arnhem. In 1957 kan de rekeningenstop weer worden opgeheven.
1956
De NMB neemt de Noord-Friesche Middenstandsbank N.V. over. Oprichting van financieringsbedrijf Nederlandsche Middenstands Financieringsbank N.V.
1961
De Postgiro neemt de eerste proef met de inschakeling van computers voor de automatisering van de overschrijvingen. Gekozen wordt voor de IBM-1401. Tijdens de omschakeling bestaat van 1961 tot 1963 opnieuw een rekeningenstop. De automatisering wordt in 1965 afgerond, waarbij het aantal personeelsleden ongeveer wordt gehalveerd. Door de automatisering wordt een enorme groei van het girale betalingsverkeer mogelijk. Een belangrijke stimulans is de mogelijkheid dat werkgevers magneetbanden met salarisoverschrijvingen aanleveren waardoor het loonzakje overbodig wordt. De Postgiro krijgt concurrentie van de algemene banken, spaarbanken en boerenleenbanken die het ook mogelijk maken betaalrekeningen te openen.
1961
De NMB neemt de Stichtsche Boaz-Bank N.V. over. Oprichting van de Nederlandsche Middenstands Financierings Maatschappij voor Bedrijfsobjecten N.V. (MOB, investeringen in onroerend goed).
1963
Introductie van de kascheque, waarmee bij een postkantoor geld kan worden opgenomen zonder dat daar het rekeningsaldo bekend is.
1966
De NMB neemt de Verenigde Bank Bedrijven (fusiebank van de Zuidhollandse Bank en de Crediet en Effectenbank) over.
1968
Naast sparen bij de RPS met een spaarbankboekje wordt girosparen (sparen bij de RPS via de girorekening) geïntroduceerd.
1969
Introductie van het eerste gegarandeerde betaalmiddel in Nederland: de girobetaalkaart, vanaf 1970 ook te gebruiken in het buitenland.
1975
Postgiro introduceert 'Giroblauw past bij jou'. In de bijbehorende reclamespotjes treedt John Cleese op.
Op afrekeningen verdwijnen in december de namen PTT en Postcheque- en Girodienst, en verschijnen de termen postrekening, postgiro en rijkspostspaarbank.
1986
Postgiro en RPS vormen samen de geprivatiseerde Postbank.
1986
De Postbank introduceert elektronisch bankieren voor particulieren. Dit product heet Girotel.
1989
Fusie tussen de Postbank en de NMB tot NMB Postbank Groep: Postbank houdt eigen gezicht en gaat ook in effecten bemiddelen.
1991
Fusie tussen de NMB Postbank Groep en Nationale-Nederlanden tot de ING Groep; ING is wereldwijd actief en biedt een compleet assortiment financiële producten en diensten via diverse distributiekanalen.
De ING Groep maakt bekend dat in 2009 Postbank N.V. en ING Bank N.V. worden samengevoegd tot ING. Het depositogarantiestelsel zal dan voor het geheel gelden, en niet meer apart voor twee banken. Ook de handelsnaam Postbank zal verdwijnen.
2009
Postbank houdt op te bestaan en gaat samen met de ING Bank verder als ING. Voor deze combinatie werd een korte periode intern de werknaam NWE-Bank gehanteerd. De samenvoeging vindt geleidelijk plaats in een aantal zogenaamde waves. De eerste wave is op 10 februari 2009 voor de particuliere relaties van de Postbank, de particuliere relaties van de ING Bank volgen hier spoedig op. De zakelijke relaties volgen pas veel later.
Voor de automatisering in de jaren '60 werd de rente van de Rijkspostspaarbank per halve maand berekend. Om de berekening niet te moeilijk te maken was het percentage een heel veelvoud van 0,24. Lange tijd was zij bijvoorbeeld 2,64%. De rente werd in de maand november bijgeschreven. Daarvoor werd een groot aantal werkstudenten ingehuurd.
Debetrente voor particuliere girorekeningen werd pas toegestaan en ingevoerd bij overgang van Postgiro naar Postbank, begin 1986. Voor 1986 was "ongeoorloofde debetstand" beperkt mogelijk en leidde tot "administratiekosten" (fl. 0,50, i.p.v. debetrente).