NOC*NSF
Het NOC*NSF is een Nederlandse sportorganisatie met als doel (top)sport in Nederland te bevorderen. Het NOC*NSF ontstond in 1993 uit een fusie van het Nederlands Olympisch Comité (NOC) en de Nederlandse Sport Federatie (NSF). Bij het NOC*NSF zijn 90 landelijke sportorganisaties aangesloten. Anneke van Zanen-Nieberg is voorzitter van het NOC*NSF. De organisatie is gevestigd in het Sportcentrum Papendal, te Arnhem. Het NOC*NSF treedt zowel op als Nationaal Olympisch Comité als Nationaal Paralympisch Comité. Olympische SpelenHet NOC*NSF is de Nederlandse vertegenwoordiger in het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en speelt een grote rol bij de selectie voor Nederlandse deelnemers aan de Olympische Spelen. Recente Nederlandse IOC-leden zijn / waren:
Leden ex officio zijn IOC-lid gedurende het voorzitterschap van hun sportfederatie. Wie op persoonlijke titel IOC-lid is, is dat in beginsel tot zijn overlijden.
OnderscheidingenHet Nederlands Olympisch Comité heeft sinds 1914 meerdere onderscheidingen ingesteld die, al zijn het particuliere onderscheidingen, ook door Nederlandse burgers en Nederlandse militairen op hun uniform mogen worden gedragen. Voorbeelden zijn het Militaire Vijfkampkruis van het Nederlands Olympisch Comité, de Medaille voor vaardigheidsproeven van het Nederlands Olympisch Comité en de Erepenning van het Nederlandsch Olympisch Comité, een legpenning. De NSF heeft een aantal van deze onderscheidingen overgenomen waarbij vaak vooral de naam veranderde. Voorbeelden daarvan zijn de Vaardigheidsmedaille van de Nederlandse Sport Federatie en het Nationale Vijfkampkruis van de Nederlandse Sport Federatie, beiden opvolgers van de onderscheidingen van het NOC. De Erepenning van het Nederlandsch Olympisch Comité kan nog steeds worden toegekend. Aangesloten sportbonden en geassocieerdenVolgens de site van het NOC*NSF staan er per 29 mei 2024 79 ledensportorganisaties en 18 geassocieerde organisaties.[2] Aangesloten sportbonden
Geassocieerden
Uitzending atleten naar Spelen
GeschiedenisHet Nederlands Olympisch Comité (NOC) werd op 11 september 1912 opgericht in Hotel Krasnapolsky in Amsterdam. In 1993 fuseerde het Nederlands Olympisch Comité met de Nederlandse Sport Federatie, waarna zij samen doorgingen als NOC*NSF. Het initiatief tot de oprichting van het NOC kwam van Jasper Warner en Carl Hirschman, de voorzitter en de secretaris van de voetbalbond, en van F.W.C.H. baron van Tuyll van Serooskerken, die de eerste voorzitter werd. Doel van het NOC was het bevorderen van sport in het algemeen en het voorbereiden en begeleiden van de nationale teams die naar de Olympische Spelen werden afgevaardigd. Om de tweedelige doelstelling te onderstrepen werd in 1915 de naam NOC uitgebreid en werd Federatie voor Lichaamsvaardigheid toegevoegd. De Olympische Spelen van 1928 werden in 1921 aan Nederland toegewezen, maar dreigden niet naar Amsterdam te kunnen komen nadat de overheid in 1925 weigerde een subsidie van 1 miljoen gulden te geven. Het NOC en diverse grote kranten startten toen een actie onder het Nederlandse volk en het bedrijfsleven, waarna er ruim 2.500.000 gulden werd opgehaald en de Spelen konden doorgaan. In 1929 kreeg het NOC een kantoor in Amsterdam maar in 1930 verhuisde dat naar Den Haag, waar het tot 1990 gevestigd bleef, weliswaar op wisselende adressen. In 1946 werden de statuten gewijzigd en werd het NOC het overkoepelend orgaan van de Nederlandse sport. In 1959 vond een splitsing plaats en werd de Nederlandse Sport Federatie opgericht, waarvan K.J.J. Lotsy de eerste voorzitter werd. De NSF zetelde in Den Haag tot de oprichting van het Nationaal Sportcentrum Papendal te Arnhem in 1971. In 1990 verhuisde het NOC ook naar Papendal en in 1993 gingen het NOC en de NSF weer samen. VoorzittersDe eerste NOC-voorzitter was Frits van Tuyll van Serooskerken (1912-1924). Hij werd opgevolgd door Pieter Scharroo (1924-1925) en daarna was Alphert Schimmelpenninck van der Oye (1925-1943) lang voorzitter. Na de Tweede Wereldoorlog werd Charles Pahud de Mortanges voorzitter (1946-1951) en hij fungeerde ook na de periode van Hans Linthorst Homan (1951-1959) nog kort als voorzitter (1959-1961). Tussen 1961 en 1970 was Herman Adriaan van Karnebeek voorzitter van NOC. In 1970-1977 was Kees Kerdel voorzitter van het NOC. Hij was in 1937 skikampioen van Nederland geweest en van 1953-1955 voorzitter van de Nederlandse Ski Vereniging, en in 1956, 1960, 1964 was hij chef de mission van de Nederlandse Olympische ploeg. In 1956 waren de Zomerspelen in Melbourne net nadat de Russen Hongarije waren binnengevallen, waarna het NOC niet aan de Spelen deelnam. Hij had achteraf spijt van deze beslissing. Toen zich in 1972 het drama met de Israëlitische ploeg in München afspeelde, liet hij de spelers zelf beslissen of ze wilden blijven. Postuum werd hem door voorzitter Samaranch in 1968 de Olympic Order verleend. In 1977-1981 was Koos Idenburg voorzitter. Idenburg was daarvoor voorzitter van HGC, aanvoerder van het Nederlandse hockeyteam en voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond. In zijn tijd speelde de discussie over het wel of niet boycotten van de Zomerspelen in Moskou in 1980. Idenburg heeft toen de beslissing genomen om als bestuur niet naar Moskou te gaan, maar het aan de sporters zelf over te laten of zij wilden gaan. Hij werd tot erelid van het NOC benoemd. Van 21 mei 1985 - 27 januari 1989 was Henk Vonhoff voorzitter. Hij bereidde de fusie met NSF voor. Daarna werd eerst Anneke le Coultre-Foest en vanaf mei 1989 Idenburg interim-voorzitter totdat Wouter Huibregtsen in maart 1990 tot voorzitter werd benoemd. Na de fusie met de Nederlandse Sport Federatie in 1993 was Huibregtsen de eerste voorzitter van het NOC*NSF. Na Erica Terpstra was André Bolhuis voorzitter van NOC*NSF. Op 15 april 2019 werd Anneke van Zanen-Nieberg tot voorzitter gekozen per 22 mei 2019. Ledenaantallen sportbondenHieronder de ontwikkeling van het ledenaantal en het aantal verenigingen per sportbond op volgorde van grootte:[5]
Zie ookExterne links
|