Elżbieta Krzesińska

Elżbieta Krzesińska
Elżbieta Krzesińska in 2008
Volledige naam	Elżbieta Maria Krzesińska-Duńska
Geboortedatum	11 november 1934
Geboorteplaats	Warschau
Overlijdensdatum	29 december 2015
Overlijdensplaats	Warschau
Nationaliteit	Polen
Lengte	1,70 m
Gewicht	62 kg
Sportieve informatie
Discipline	verspringen
Trainer/coach	Andrzej Krzesiński
Eerste titel	Pools kampioene verspringen 1952
OS	1952, 1956, 1960
Extra	Wereldrecordhoudster verspringen 1956-1960; Olympisch recordhoudster verspringen 1956-1960; Pools recordhoudster verspringen 1954-?
Portaal    Atletiek

Elżbieta Maria Krzesińska-Duńska (Warschau, 11 november 1934 – aldaar, 29 december 2015) was een Poolse atlete, die was gespecialiseerd in het verspringen. Ze werd olympisch kampioene en meervoudig Pools kampioene in deze discipline. In totaal nam ze driemaal deel aan de Olympische Spelen en won hierbij één gouden en één zilveren medaille. Ze was ook een sterk hordeloopster en meerkampster, getuige haar nationale titels.

In 1952 boekte Krzesińska haar eerste succes bij de senioren met het winnen van het verspringen bij de Poolse kampioenschappen. In datzelfde jaar mocht ze haar land vertegenwoordigen op de Olympische Spelen van Helsinki. Hier had zij een zilveren medaille kunnen veroveren, als niet haar lange, gevlochten paardenstaart bij het neerkomen een afdruk had achtergelaten. Na rijp beraad stelde de jury zich op het standpunt, dat de staart een deel van het lichaam was en dus werd er vanaf die afdruk gemeten. Dat scheelde zo’n 60 cm, waardoor Krzesińska nu met een afstand van 5,65 m als twaalfde eindigde.^[1]
Twee jaar later was zij ook present op de Europese kampioenschappen in Bern, waar zij ten slotte haar eerste internationale medaille uit het vuur sleepte: ze werd derde bij het verspringen met 5,83.

Haar grootste prestatie leverde Krzesińska op de Olympische Spelen van 1956 in Melbourne. Met een evenaring van het wereldrecord van 6,35, dat zijzelf enkele maanden eerder in Boedapest had gevestigd, won ze een gouden medaille bij het verspringen. Vier jaar later op de Olympische Spelen van Rome was ze opnieuw succesvol. Ditmaal won ze een zilveren medaille met een beste poging van 6,27. Deze sprong werd alleen overtroffen door de Sovjet-Russische Vera Krepkina, die de wedstrijd won met 6,37.

Op de EK in 1962 in Belgrado won ze een zilveren medaille. Met een beste poging van 6,22 eindigde ze achter Tatyana Shchelkanova (goud; 6,36) en voor de Britse Mary Rand (brons; 6,22).

Krzesińska was sinds 1955 getrouwd met haar trainer Andrzej Krzesiński, die eveneens in 1960 zijn land vertegenwoordigde bij het polsstokhoogspringen. Samen hadden ze een dochter en twee kleinkinderen. Ze woonden bijna twintig jaar in Eugene, maar keerden in 2000 terug naar Polen.^[1] Van beroep was ze tandarts.

• Olympisch kampioene verspringen - 1956
• Pools kampioene verspringen - 1952, 1953, 1954, 1957, 1959, 1962, 1963
• Pools kampioene 80 m horden - 1957
• Pools kampioene vijfkamp - 1953, 1962

• 1952: 12e OS - 5,65 m
• 1954: 3 EK - 5,83 m
• 1956: 1 OS - 6,35 m (ev-WR)
• 1959: 1 Universiade - 5,94 m
• 1960: 2 OS - 6,27 m
• 1961: 3 Universiade - 6,11 m
• 1962: 2 EK - 6,22 m

• 1959: 3 universiade - 11,5 s

Zie de categorie Elżbieta Duńska-Krzesińska van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.