Schouten studeerde in 1946 af in de economie in Tilburg. Hij promoveerde daar in 1950 cum laude op De overheidsfinanciën in de volkshuishouding. Hij was in de jaren 1947 tot 1950 werkzaam bij het Centraal Plan Bureau. In het laatste jaar werd hij aangesteld als lector aan zijn alma mater en hield in 1951 zijn openbare les: De relativiteit van de economische theorie. In 1954 volgde hij daar Martinus Cobbenhagen op als hoogleraar Algemene leer en geschiedenis van de economie. In het academiejaar 1960-1961 was hij rector magnificus van de Tilburgse universiteit. Hij was een groot pleitbezorger van de macro-economie in Nederland, ook als uitgangspunt in de politiek. Vanaf begin jaren 1960 was hij Kroonlid van de Sociaal-Economische Raad, hetgeen hij meer dan dertig jaar zou blijven waarmee hij het langst zittende SER-lid is ooit; hij was daarin voorzitter van de Commissie Economische Deskundigen. Hij werkte ook mee aan pre-adviezen van de Vereniging voor de Staathuishoudkunde. Bij zijn 25-jarige ambtsjubileum als hoogleraar in 1979 werd hem een bundel aangeboden. In 1982 bracht hij een beleidsadvies uit wat aangeduid werd als het 'Plan Schouten' (ook 'zelfrijzend bakmeel' en 'Hollands Glorie-Plan'), waarin hij pleitte voor loonmatiging, belastingverlaging en een ruim monetair beleid. Hij publiceerde vele artikelen, werkte mee aan bundels en aan Landdagen voor economen. Hij schreef ook over de ideeën van zijn collega prof. dr. Jan Tinbergen. Op 5 februari 1988 ging hij met emeritaat en sprak daarbij de rede De macro-econoom als homo ludens uit. In 1992 werd hem ter gelegenheid van zijn afscheid van de SER ook een bundel aangeboden.
Prof. dr. D.B.J. Schouten overleed begin 2018 op net 95-jarige leeftijd.
Bibliografie
De overheidsfinanciën in de volkshuishouding. Een macro-economische studie over de betekenis van de openbare financiën op lange termijn voor de omvang, de verdeling en de besteding van het nationaal inkomen. Leiden, 1950 (proefschrift).
De relativiteit van de economische theorie. Toegelicht aan de hand van het economische bevolkingsvraagstuk. Tilburg, 1951 (openbare les).
[met G.M.J. Veldkamp] De sociale verzekering in de volkshuishouding. Amsterdam, 1952.
De dynamiek van het kapitalisme. Leiden, 1954 (inaugurele rede).
Exacte economie. Een samenvatting van de economische theorie in de vorm van tien algemeen-economische modellen. Leiden, 1957.
Enkele beginselen van de algemeen economische politiek. Rotterdam, 1957.
[met F. de Roos] Groeitheorie. Haarlem, 1960.
Over doen en laten bij het centraal-economisch beleid. Leiden, 1960 (diësrede).
Dynamische macro-economie. 2 delen. Leiden, 1967.
Macht en wanorde. Een vergelijking van economische stelsels. Leiden [etc.], 1980.
Het wankele evenwicht in de economie. Coördinatie versus fragmentatie van nationale en internationale economische politiek. Leiden [etc.], 1986.
Algemene theorie van de internationale conjuncturele en strukturele afhankelijkheden. Tilburg, 1987.
De macro-econoom als homo ludens. Tilburg, 1988 (afscheidsrede).
[met Pieter J.F.G. Meulendijks] Exchange rates and the European business cycle. An application of a 'quasi-empirical' two-country model. Tilburg, [1993].
[met Pieter J.F.G. Meulendijks] Recessie en herstel in Europa. Tilburg, [1994].
[met P.J.F.G. Meulendijks] Dynamiek, analyse en politie. [Tilburg], 1996.
[met P.J.F.G. Meulendijks] De politiek van volledige werkgelegenheid (in geval van een gedifferentieerde arbeidsbesparing). Tilburg, [1997].
[met P.J.F.G. Meulendijks] Zes liberale misverstanden over een gezonde economische politiek. Een nadere modelmatige en cijfermatige onderbouwing. [Tilburg, 1998].
De belastingdrukreductie. De kip of het ei van de werkgelegenheidscreatie?. [Tilburg, 1999].
Literatuur
Over macht en wet in het economisch gebeuren. Opstellen aangeboden aan Prof. Dr. D.B.J. Schouten bij zijn 25-jarig jubileum als hoogleraar in de Algemene Leer en Geschiedenis van de Economie aan de Katholieke Hogeschool. Leiden [etc.], 1979. Opstellen van onder meer J. Tinbergen en M.A.G. van Meerhaeghe.
In overleg. Afscheid van prof. dr. D. B. J. Schouten als kroonlid van de SER. Den Haag, 1992.