Bevrijding van de Duitse bezetting in België (Tweede Wereldoorlog)De Bevrijding of einde van de Duitse bezetting in België tijdens de Tweede Wereldoorlog liep van begin tot einde september 1944, met enkele uitlopers tot begin november en met een herovering door de Duitsers van een deel van de Ardennen in december 1944 - januari 1945. ChronologieDe geallieerde troepen die België bereikten, waren in de eerste plaats het Tweede Britse Leger en het Eerste Amerikaanse Leger. Ze werden bijgestaan of opgevolgd door legereenheden bestaande uit Britten, Amerikanen, Canadezen, Polen (1ste Poolse Pantserdivisie) en de Belgische troepen van de Brigade Piron. België werd hoofdzakelijk bezet door het 15de Duitse Leger, dat zich aan versneld tempo uit het land terugtrok en slechts één strategisch doel overhield: het blokkeren van de Westerschelde en van de toegang tot de haven van Antwerpen. Tijdens de maand september 1944 werd het grootste deel van het Belgische grondgebied van de Duitse troepen bevrijd.
Bevrijding van LimburgLimburg was onderdeel van Market Garden, de geallieerde militaire operatie in september 1944 die als doel had de Rijn over te steken en een snelle opmars naar het hart van Duitsland te realiseren. Vanuit Limburg werd de basis gelegd voor de verdere opmars naar Arnhem. In aanloop van deze periode werd er op verschillende locaties nog hevig gevochten, waaronder tijdens de Strijd om Hechtel. Deze gevechten waren cruciaal voor het veiligstellen van de bevoorradingsroutes en het ondersteunen van de geallieerde opmars naar het noorden. Bevrijding van de NoorderkempenBevrijding van RijkevorselDe Noorderkempen, gelegen in het noorden van de provincie Antwerpen, kende enkele van de laatste gevechten van de bevrijdingscampagne in België. De te bevrijden regio liep van Antwerpen tot Turnhout ten noorden van het kanaal kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Rijkevorsel speelde een belangrijke sleutelrol in de campagne om deze regio te bevrijden. In de nacht van 24 op 25 september 1944 stak de 49th (West Riding) Infantry Division, bekend als de Polar Bears, het kanaal over bij het Sas van Sint-Jozef. Ondanks zware regenval en donkerte, slaagden ze erin om ongemerkt over te steken, wat cruciaal was voor de bevrijding van de gehele regio. Rijkevorsel kende waarschijnlijk de langste bevrijdingsstrijd van heel België: pas op 23 oktober 1944, na bijna een maand van zware gevechten, konden de noordelijke gehuchten hun bevrijders verwelkomen. Bevrijding van MerksplasBelangrijk in de strategie was om ten noorden van het kanaal te komen. Men ging links en rechts op zoek naar steunpunten om een verdere actie op te bouwen. In Merksplas lag de Duitse 719e Infanteriedivisie. Op 29 september 1944 viel de Britse Polar Bear Brigade de Duitse vesting in Merksplas-Kolonie aan vanuit het bruggenhoofd aan het sas van Sint-Jozef. De Polar Bears gebruikten lichte bewapening bij deze aanval om burgers en de 4000 gevangenen in de strafinrichting van Merksplas-Kolonie te beschermen. Onder de gevangenen bevonden zich ook leden van het verzet, wat de operatie extra urgent maakte. In een tweede fase van de bevrijdingsoperatie werd het centrum van Merksplas bevrijd door de Eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Stanisław Maczek. Hij had een belangrijke rol gespeeld bij de Franse veldslag die bekend werd onder de naam Zak van Falaise. Merksplas werd zijn startpunt voor de volgende operatie, een uitbraak noordwaarts via Baarle-Hertog naar Breda. Voor deze opmars moest nog even gewacht worden op andere divisies zoals de Timberwolves die eenzelfde uitval noordwaarts gingen doen 10 kilometer ten westen van Hoogstraten naar Zundert. Boven in de Sint-Katharinakerk (Hoogstraten) bevond zich een Duitse wachtpost die alle troepenbewegingen binnen een straal van 10 kilometer kon observeren en via een directe telefoonlijn aan het Duitse hoofdcommando kon rapporteren. In Hoogstraten zat luitenant-generaal Josef Reichert van de 711e Infanteriedivisie (Duitsland). Ondanks dit strategische nadeel voor de geallieerden, besloten zij de kerktoren niet aan te vallen. In de plaats daarvan, maakten ze een omtrekkende beweging om de Duitsers in te sluiten. Operatie PheasantOperatie Pheasant, die op 20 oktober 1944 begon, was een belangrijke militaire operatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het doel van de operatie was om de Duitse troepen uit het zuiden van Nederland te verdrijven en zo de geallieerde opmars voort te zetten. De operatie was onderdeel van een bredere strategie om de Duitse bezetting van Nederland te beëindigen en de bevrijding van het hele land mogelijk te maken. De startpositie van de operatie bevond zich in de reeds bevrijde dorpen aan de noordzijde van het kanaal Schoten-Turnhout. Deze dorpen dienden als uitvalsbasis voor de geallieerde troepen, die vanuit deze positie aanvalslijnen van zuid naar noord konden opzetten. Verschillende divisies voerden de aanvallen uit, waarbij de geallieerden hun opmars zorgvuldig coördineerden om de Duitse verdediging te doorbreken. Een deel van de operatie omvatte een gecoördineerde opmars 10 kilometer ten oosten en ten westen van Hoogstraten, wat leidde tot een omsingelende beweging rondom de Duitse troepen in dit gebied. Op 22 oktober 1944 werd Wuustwezel bevrijd als onderdeel van Operatie Pheasant. De bevrijding van Wuustwezel en omliggende dorpen was van strategisch belang, aangezien dit de geallieerde troepen in staat stelde hun opmars naar het noorden voort te zetten en verdere druk op de Duitse linies uit te oefenen. Dit was duidelijk zichtbaar in de bevrijding van Zundert op 27 oktober 1944 en de daaropvolgende bevrijding van Breda op 29 oktober 1944 door generaal Maczek, waardoor de omsingeling van Hoogstraten compleet was. De Duitsers hadden dit tijdig doorzien. Doordat de geallieerden een front hadden gevormd rondom Hoogstraten, op een afstand van ongeveer 10 kilometer, vertrokken de Duitse troepen al in de vroege ochtend van 23 oktober 1944 uit Hoogstraten. Daarbij bliezen de Duitsers de kerktoren met een hoogte van 104 meter op om te voorkomen dat de geallieerden de toren zouden gebruiken als uitkijkpost bij een eventuele tegenaanval van de Duitsers. De laatste slag in de Belgische Noorderkempen vond plaats op 27 oktober 1944 bij kasteel Maxburg in Meer, Hoogstraten. Deze slag markeerde de definitieve bevrijding van de Noorderkempen. West-VlaanderenDe gevechten duurden het langst in de Zwinstreek en in de polderstreek tussen West-Vlaanderen en Zeeland. Zeebrugge was de laatste Belgische gemeente die werd bevrijd tijdens de Tweede Wereldoorlog, op 3 november 1944. De bevrijding van Zeebrugge markeerde het einde van de Duitse bezetting in België, na jaren van strijd en onderdrukking. V-wapensIntussen poogde Hitler het tij alsnog in zijn voordeel te doen keren door de massale inzet van zogeheten "Vergeldings-" of V-wapens (V1, V2) vanaf juli 1944. In België werden deze vooral tegen de haven van Antwerpen, maar ook tegen Luik ingezet. Na de bevrijding van België bleven de gevaren voor de burgerbevolking aanwezig, vooral door de voortdurende dreiging van deze V-bommen. Van de naar schatting 9.000 V-bommen die op België werden afgevuurd, maakten er 775 dodelijke slachtoffers, wat resulteerde in ongeveer 8.000 doden. Deze V1-vliegende bommen en V2-raketten, oorspronkelijk gericht op strategische doelen zoals Antwerpen, veroorzaakten aanzienlijke verwoestingen en verlies van mensenlevens. Ten oosten van Antwerpen en Luik waren verschillende verdedigingslinies met luchtafweer ingericht om de steden te beschermen, maar het neerhalen van V1-bommen door luchtafweer leidde er vaak toe dat de projectielen op andere locaties neerstortten, wat tot bijkomende burgerslachtoffers leidde. Daarnaast bleef de bevolking in gevaar door achtergelaten oorlogstuig en mijnenvelden. In sommige dorpen en steden vielen na de bevrijding zelfs meer slachtoffers dan tijdens de bezetting zelf. De nalatenschap van de oorlog was in deze gebieden nog lang voelbaar, waardoor de vreugde over de bevrijding werd overschaduwd door de voortdurende dreiging van explosies en de aanwezigheid van onontplofte munitie. Een eenduidige datum voor de bevrijding van België is dan ook moeilijk vast te stellen. Terwijl Brussel en Antwerpen uitbundig vierden op 4 september, moesten anderen nog tot eind oktober, begin november wachten. Het contrast tussen deze was groot. ArdennenoffensiefOnder meer door de mislukking van Operatie Market Garden vertraagde de geallieerde opmars in het najaar van 1944. Gebruikmakende van het slechte weer, dat in december 1944 de geallieerde luchtmacht aan de grond hield, poogde Hitler in een gigantisch tegenoffensief met circa 30 divisies doorheen de Belgische Ardennen de sleutelhaven van Antwerpen te heroveren en de geallieerden terug in zee te drijven. Vanuit de startlijn Monschau-Echternach slaagden de Duitsers erin de frontlijn tot op ongeveer 5 km van Dinant te trekken. Voor de inwoners van deze regio herbegon de nachtmerrie, vooral omdat in het kielzog van de Duitse troepen ook Gestapo-eenheden waren gevolgd die zich opnieuw aan gruweldaden te buiten gingen (onder meer te Bande, ten zuidoosten van Marche-en-Famenne). Maar de Amerikaanse troepen in Sankt Vith en vooral in en rond Bastenaken (Bastogne) onder leiding van brigadegeneraal Anthony McAuliffe boden hardnekkig weerstand en weigerden zich over te geven. Door tegenaanvallen vanuit het zuiden en het noorden, en door de mogelijkheid om opnieuw de luchtmacht in te zetten, was de Duitse saillant tegen eind januari 1945 verdwenen en België werd definitief en volledig bevrijd. Van op afstand bleef Antwerpen echter tot 29 maart 1945 en Luik tot 8 april, enkele weken voor de Duitse capitulatie op 7 mei en de wapenstilstand op 8 mei 1945, onder vuur liggen van de Duitse raketwapens V-1 en V-2. BetekenisDe bevrijding van het land gebeurde onder het grote enthousiasme van de bevolking. De gevolgen waren zeer belangrijk.
Literatuur
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Liberation of Belgium van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|